H7 Paragraaf 3, Oude vijanden, nieuwe vrienden Herhaling

Welkom terug
1 / 37
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welkom terug

Slide 1 - Slide

Heb je goed uitgerust in de vakantie?

Slide 2 - Mind map

Ben je nu opgeladen om te beginnen aan
je laatste maanden van je eerste jaar?

Slide 3 - Mind map

Leerdoelen
Na vandaag heb je een mind-map gemaakt over H7. Je gebruikt hiervoor learnbeat en je schrijft op wat jij belangrijk vind over het onderwerp. (Zoek de begrippen op in learnbeat)
Je start in het midden met Frankrijk & Duitsland.
Succes!

Slide 4 - Slide

Klaar
Wanneer je klaar bent dan begin je alvast met het maken van Learnbeat H7 de zelftoets.
Succes!

Slide 5 - Slide

Paragraaf 3, oude vijanden, nieuwe vrienden

Slide 6 - Slide

wat weet je nog van de vorige les?

Slide 7 - Mind map

Nakijken
Voor we gaan beginnen met paragraaf 7.3, gaan we eerst nakijken.

Slide 8 - Slide

Wat is het Ruhr-gebied?
A
Frans ski-gebied
B
Duits industriegebied
C
Vakantiepark in Oostenrijk
D
Duits natuurgebied

Slide 9 - Quiz

Welke drie bestaansmiddelen/sectoren zijn er?
A
Landbouw, toerisme en defensie
B
Defensie, diensten en toerisme
C
Landbouw, industrie en diensten
D
Industrie, diensten en toerisme

Slide 10 - Quiz

Welke bewering klopt?
A
Frankrijk is een eenheidsstaat
B
Duitsland is een eenheidsstaat
C
De Duitse hoofdstad is Munchen
D
Parijs ligt in Zuid-Frankrijk

Slide 11 - Quiz

Vanaf welke hoogte noemen een berg een hooggebergte?
A
500
B
1000
C
1500
D
5000

Slide 12 - Quiz

Oorlog
Frankrijk en Duitsland waren vroeger vijanden. In 1870, 1914 en 1939 vochten ze een ruzie uit. 
Hierbij kwamen veel mensen om het leven. 

Slide 13 - Slide

Leerdoelen
Na deze les weet je waarom de EGKS is opgericht
Je kent de begrippen van H7.3
Na deze les kun je beredeneren dat de EU van elkaar afhankelijk is

Slide 14 - Slide

EGKS
In 1951 gingen Frankrijk, Duitsland, Nederland, Belgie, Italie en Luxemburg samenwerken op het gebied van kolen en staal. Dit noemden ze de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

Slide 15 - Slide

EGKS
De EGKS werd opgericht zodat de landen gingen samenwerken en ze elkaar konden controleren op het gebied van staal. De landen konden zo niet stiekem een leger opbouwen.

Slide 16 - Slide

EEG
Dit samenwerken ging zo goed dat de landen besloten om economisch nog meer te gaan samenwerken. Dit noemen we de Europese Economische Gemeenschap. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

EU
Steeds meer landen sloten zich aan bij de EEG. Ze groeiden uit tot de Europese Unie. De Europese Unie bestaat vandaag de dag uit 28 landen die samenwerken. 
Groot-Brittannie verlaat dit jaar de EU.

Slide 19 - Slide

Doel van de EU
Het belangrijkste doel van de EU is zorgen voor vrede. In Europa was vroeger veel oorlog, dit willen we voorkomen. Het blijft alleen vrede als er welvaart is in Europa. 

Slide 20 - Slide

Welvaart
Als iedereen genoeg geld verdiend om in zijn behoefte te voorzien, zijn mensen tevreden. Bijvoorbeeld: naar school gaan, een huis of auto kopen, op vakantie gaan, elke dag eten en drinken. 
Als mensen tevreden zijn, gaan ze minder snel stemmen op een politicus met extreme ideeen, zoals Adolf Hitler. 

Slide 21 - Slide

Schengen
Binnen de EU is er vrij transport van mensen en goederen, dat wil zeggen dat je zo de grens over kunt steken naar Duitsland zonder dat je wordt tegengehouden. Niet alle landen van de EU doen mee. 

Slide 22 - Slide

zelfstandig werken
Maken Learnbeat B opdrachten 
7,2 7,3 en 7,4

Slide 23 - Slide

Schengen
Een voordeel van Schengen is dat je niet hoeft te wachten bij de grens, dat is goed voor bijvoorbeeld toerisme en transport. En nadeel is dat criminelen ook zo de grens over kunnen steken. 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Belasting
De lidstaten van de EU betalen veel geld aan de EU. Des te rijker een land, des te meer belasting er betaald wordt aan de EU. De EU gaat dit geld dan weer verdelen. Er gaat veel geld naar de armere landen van de EU. Om daar voor meer welvaart te zorgen. 

Slide 26 - Slide

Bestuur
De EU heeft een eigen bestuur. Dat bestuur is best ingewikkeld, het bestaat uit een parlement, een commissie en de raad van ministers. 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Europese Commissie
In de Europese Commissie zitten commissarisen die ieder een eigen onderwerp hebben, Bijvoorbeeld landbouw, justitie of ontwikkelingshulp. Een commissaris mag wetsvoorstellen  en regels bedenken voor de EU. Een voorstel gaat naar het Europese Parlement.

Slide 29 - Slide

Europees Parlement
In het Europees Parlement zitten vertegenwoordigers uit alle lidstaten. Deze worden gekozen door alle landen. Des te meer inwoners een land heeft, des te meer vertegenwoordigers. Het Europees Parlement keurt de voorstellen van de Europese Commissie af of goed. 

Slide 30 - Slide

Raad van ministers
In deze raad zitten alle ministers van de EU-landen met hetzelfde onderwerp. Bijvoorbeeld alle ministers van financien. Zij bespreken daar de voorstellen van de Europese Commissie. Deze voorstellen bespreken ze ook met hun eigen land. Pas als alle ministers het eens zijn en het Europees Parlement ook zijn goedkeuring geeft, is er een nieuwe wet. 

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Wat is het belangrijkste doel van de EU?
A
Zorgen voor vrede en oorlog
B
Zorgen voor vrede en welvaart
C
Zorgen voor economische groei
D
Zorgen voor vrede en toerisme

Slide 33 - Quiz

Wat is de betekenis van EGKS?
A
Engelse Gemeenschap voor Kolen en Staal
B
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
C
Europese Gemeenschap voor Kaas en Soep
D
Europese Gemeenschap voor Kanonnen en Staal

Slide 34 - Quiz

Door welk akkoord mogen mensen vrij reizen tussen de EU-landen?
A
Akkoord van Maastricht
B
Akkoord van Berlijn
C
Akkoord van Rome
D
Akkoord van Schengen

Slide 35 - Quiz

Welk onderdeel van het EU-bestuur wordt door alle burgers gekozen?
A
Europees Parlement
B
Europese Commissie
C
Raad van Ministers
D
Europees Hof van Justitie

Slide 36 - Quiz

En nu?
Maak van deze les een mindmap en stuur dit op via teams. Je mag ook een korte samenvatting maken als je dat fijner vindt.

Basis 2 maken in werkboek B blz 53 Vraag 1 tot 4
Kader 2 maken in werkboek B blz  50  vraag 1 tot 4

Slide 37 - Slide