Herhalingsles Paragraaf 1 t/m3.

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Wat gaan we doen vandaag?

Vragen bespreken paragraaf 3

(Als het nodig is).

Samenvatting paragraaf 1, 2 en 3.

Als er tijd is: leren, samenvatting maken en vragen voorbereiden.

 

SO 

26-09-2019.

HST 1. paragraaf 1-2-3.

Vragen bespreken 

Paragraaf 3.

Herhaling paragraaf 1,2,3

Par 1. Oriëntatie

Par 2. Een nieuw wereldbeeld

Renaissance in het noorden

• Renaissance: ontstond in Italië rond 1350. 
• Door de boekdrukkunst verspreidt de renaissance zich naar      Noord-Europa.
• Humanisten:  bestudeerden en vertaalden Romeinse en Griekse teksten. 

De macht van de kerk

• Gelovigen moeten gehoorzaam zijn aan de kerk.
• Alleen geestelijken kunnen jou vertellen hoe je in de hemel komt.
• De kerk werd door landbezit en aflaten heel erg rijk.

Ketterij en inquisitie

• Veel mensen wilde zich niet meer de les laten lezen door de   kerk en zelf een band met god krijgen. Hierdoor nam kritiek   op de kerk toe.
• Ketters werden opgespoort en berecht door de inquisitie.

Par. 3. Problemen in de kerk

Nog meer kritiek op de kerk

• Kritiek op de kerk was niet nieuw.
• Maarten Luther (zijn volgers worden Lutheranen genoemd)  
• Luther werd door de kerk in de ban gedaan, maar veel               -Duitser kwamen voor hem op.
• Johannes Calvijn (zijn volgers worden Calvinisten genoemd)  -Wanneer gelovigen het niet eens zijn met hun koning   kunnen zij hem afzetten.

Kerk en keizer

• Bijna iedereen in Europa was Christelijk. 
• Keizer Karel V hielp de paus met het in stand houden van het Rooms-katholieke geloof.
• Het geloof was het enige wat alle onderdanen in het keizerijk verbond.

Nog meer kritiek op de kerk

• Luther en Calvijn worden hervormers genoemd.
• De kerk moest hervormd worden. Een ander woord voor hervorming is reformatie.
• Na de reformatie splitst de kerk in twee stromingen:          rooms- katholieken en protestanten.

De kerk splitst

Na de reformatie splitst de kerk in twee stromingen:

• Rooms- katholieken. 
• protestanten.

Wat is de renaissance?

1. Een nieuwe interesse in de kunst en ideeën van de oudheid.
2. Een hervorming in de kerk.
4. Karel V werd keizer.

Wat is een humanist?

1. Iemand die tijdens de renaissance leefde
2. Iemand die mensen leest.
3. Een geleerde die Romeinse en Griekse teksten bestudeerde.
4. Een bioloog die mensen bestudeerd.

Welk vakje hoort bij de leer van Luther?

1. Kerkleden moeten zelf de kerk leiden.
2. Vorsten moeten leider worden van de kerk.
3. Hij was voor de paus.
4. Hij was tegen de aflaathandel.

Huiswerk

13-09-2019-Vragenuurtje.  

Neem voor morgen de stof door en stel vragen voor de toets.