Les 7 "er, sie of es?"

1 / 11
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programma

1. Huiswerk bespreken
2. De persoonlijke voornaamwoorden: er / sie / es



Slide 2 - Slide

Huiswerk bespreken
Zijn er vragen?
Was iets moeilijk?

Slide 3 - Slide

De persoonlijke voornaamwoorden
ER (hij)     der Mann
SIE (zij)     die Frau
ES (het)     das Kind
SIE (zij mv)     die Kinder

Net als in het Nederlands kan je zelfstandige naamwoorden vervangen door persoonlijke voornaamwoorden.

Slide 4 - Slide

Mannelijk
der See

Der See ist blau. 
Er ist blau.

Slide 5 - Slide

Vrouwelijk
die Kirsche

Die Kirsche ist rot.
Sie ist rot.

Slide 6 - Slide

Onzijdig
das Gras

Das Gras ist grün.
Es ist rot.

Slide 7 - Slide

Meervoud
die Schuhe

Die Schuhe sind schwarz.
Sie sind schwarz.

Slide 8 - Slide

Opdracht 
Maak opdracht 14.3 op blz. 30 
Werkboek Trabi Tour vwo B 

Slide 9 - Slide

Opdracht bespreken
opdracht 14.3
blz. 30

Slide 10 - Slide

Wat gaan we volgende keer doen?
E-Mail lesen
E-Mail schreiben

Slide 11 - Slide