8.4 deel 2

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 8.4 deel 2
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Mens en maatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 8.4 deel 2
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening

Doe je boek even dicht en kijk mee in lessonup

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
weet je hoe je een begroting maakt;
kun je uitleggen wat je kunt doen als je geld tekort komt of juist geld over hebt.

Samenwerkend leren:
- Past zijn gedrag aan terechte kritiek van een medeleerling. 
- Onderhandelt en maakt afspraken met anderen in een team om en gemeenschappelijk doel te behalen. Kan het groepsbelang voor het eigen belang zetten.

Slide 3 - Slide

3. Mini-check
Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger):
Niemand 

Iedereen doet mee met de mini-check!

Slide 4 - Slide

Wat is een voorbeeld van lenen?
A
van je oma 20 euro krijgen
B
een rekening afsluiten
C
aan je moeder 10 euro vragen en dit terug betalen
D
geld voor je verjaardag krijgen

Slide 5 - Quiz

Wat is rente?

Slide 6 - Open question

Wat is een begroting?
A
Schema van alle inkomsten en uitgaven
B
Alle uitgaven van een bepaald bedrijf
C
Alle inkomsten van een bedrijf

Slide 7 - Quiz

Wie maakt wat:
Had je 2 vragen goed: dan mag je zonder instructie beginnen aan de opdracht 9 t/m 15 op blz. 154 t/m 157.


De rest doet mee met de instructie. 

Slide 8 - Slide

Een begroting
Geld dat je krijgt, zijn je:
inkomsten
Geld dat je uitgeeft zijn je:
uitgaven
Een overzicht van al de inkomsten en uitgaven is een:
begroting

Slide 9 - Slide

Lenen, sparen of beleggen
Als je geld tekort hebt, kun je:
lenen
Over het geleende geld betaal je een paar procent:
rente
Geld dat je over hebt, kun je op een bankrekening zetten. Dat is:
sparen
Of je investeert in spullen waarvan je hoopt dat het later meer waard wordt. Dit heet:
beleggen


Slide 10 - Slide

8.4 deel 2

Slide 11 - Slide