Afsluiting H4

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Afsluiting H4

- Iedereen doet mee!

- Dus overal een antwoord. 

- Verbeter eventuele fouten leermomentje!

Hoe groot is de dichtheid van platina?

1. 8,90 kg / m³
2. 21,5 kg / m³
3. 16,7 kg / m³
4. Het goede antwoord staat er niet bij

Bereken het volume in cm³ van een brokje platina van 75 gram.

Uitwerking

0. V = ? cm³ (of m³)

1. ρ = m / V --> V = m / ρ

2. m = 75 g = 75 10^-³ kg .....  

3. V = m / ρ = 75 10^-³ /  21,5 10³ = 

4. 

(1 m = 1 x 10² cm --> 1 m³ = 1 x 10⁶ cm³)

V=3,5⋅10​−6​​m​3​​=3,5cm​3​​

ρ=21,5⋅10​3​​kg⋅m​−3​​

3,488⋅10​−6​​m​3​​

Wat is in de figuur hiernaast de letter D.

1. de oppervlakte (A)
2. de beginlengte (lo)
3. de kracht (F)
4. de lengteverandering (Δl)

Wat is in de figuur hiernaast de letter B.

1. de oppervlakte (A)
2. de beginlengte (lo)
3. de kracht (F)
4. de lengteverandering (Δl)

Wat is in de figuur hiernaast de letter A.

1. de oppervlakte (A)
2. de beginlengte (lo)
3. de kracht (F)
4. de lengteverandering (Δl)

Wat is in de figuur hiernaast de letter C.

1. de oppervlakte (A)
2. de beginlengte (lo)
3. de kracht (F)
4. de lengteverandering (Δl)

Zoek per vraag eerst de juiste formule. Zoek dan de (2) juiste gegevens in de tekts en reken het gevraagde uit. Let op dat relatieve rek als GETAL in de formule moet (dus een rek van 25% moet als getal ε = 0,25 in de formule)

LET OP!!! De 3,0 GPa moet 3 GPa zijn
en de 4,0 m moet 4 m zijn ivm 0,5%.

I. De overgang van vloeibaar naar gas heet condenseren.
II. Bij de overgang van vloeibaar naar vast komt energie vrij.

1. Stelling I is juist, stelling II is onjuist
2. Stelling I is onjuist, stelling II is juist.
3. Beide stellingen zijn juist.
4. Beide stellingen zijn onjuist.

Welke 3 vormen van warmte
transport ken je? (Per stuk invoeren)

Wat is de soortelijke warmte van koper?

Je voert 8,3 kJ aan warmte toe aan een blokje
aluminium van 375 gram van 15°C.
Bereken de temperatuur die dit blokje hierdoor krijgt.

Uitwerking

0. ΔT = ? K of °C
1. Q = c m ΔT --> ΔT =  Q / (m c)

2. Q = 8,3 kJ = 8,3 10³ J
     m = 375 g = 375 10¯³ kg

    c = 0,88 10³  J/kg/K = 880 J/kg/K
3. ΔT = Q / (m c) =  8,3 10³ / (375 10¯³ x  880) = 25,15..
4. ΔT = 25 K (of °C), de eindtemperatuur is dus 15 + 25 = 40 °C

a. Formule invullen. b. Vergelijken met de 1,0 kW. c. Je hebt dezelfde oppervlakte, maar een andere dikte en een andere warmtegeleidingscoefficient. De isolatie van de lucht is vele malen beter dan die van het glas. Het glas voegt dus niets toe (hoe slecht het ook zou isoleren). e. Zie b.