Wanneer gebruik je de present simple?Om te praten over feiten, gewoonten of iets wat regelmatig gebeurd.
Hoe maak je de present simple?
Bij he/she/it zet je een 's' achter het werkwoord (you swim, he swims).
Eindigt een woord op -y gebruik -ies (I try, he tries).
Staat er een -y voor een klinker, voeg dan alleen een 's' toe (I buy, he buys).
Bij sommige woorden voeg je 'es' toe (I do, she does --> we go, he goes).