5.4 - B - De opkomst van de islam



5.4 - De opkomst 
van de islam
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



5.4 - De opkomst 
van de islam

Slide 1 - Slide

Planning
  • Verspreiding van de islam
  • Vijf zuilen
  • Splitsing binnen de islam
  • Wetenschap en kunst
  • Quiz 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen hoe de cultuur en de samenleving in Arabische wereld zich ontwikkelde.

  • Je kunt uitleggen hoe de Arabische kunst en wetenschap zich ontwikkelde. 

Slide 3 - Slide

De verspreiding van de islam
  • Na de dood van Mohammed kwam de macht in handen van kaliefen die het kalifaat stichten. 

  • Om de islam te verspreiden moest er een veroveringsoorlog worden gevoerd: jihad. 

  • De moslims waren tolerant tegenover andere volken van het boek. Je mocht je eigen geloof behouden tegen betaling.

Slide 4 - Slide

Vijf zuilen van de islam
geloofsbelijdenis (sjahada)
الشهادة
rituele gebeden (salat)
الصّلاة
geven aan armen (zakat)
زكاة
ramadan
(saum)
رمضان
pelgrimstocht 
(hadj)
الحجّ

Slide 5 - Slide

1

Slide 6 - Video


Splitsing in de islam

  • Als Mohammed in 632 sterft is er onduidelijkheid: wie gaat hem opvolgen?
  • Volgens Soennieten: de meest bekwame volgeling
  • Volgens Sjiieten: directe familie van Mohammed
  • Het soennisme heeft de meeste volgelingen: ongeveer 90% van de moslims is soennitisch

Slide 7 - Slide

soennitisch
sjiitisch
ibadisch

Slide 8 - Slide


Leren van elkaar

  • Door hun veroveringen verzamelden Arabieren veel kennis. Boeken werden bewaard in het huis der wijsheid in Bagdad.  
  • Geneeskunde: de Arabieren wisten dat je veel ziektes kunt voorkomen door goede hygiëne.
  • Wiskunde: de Arabieren leerden dat je met de cijfers 0 tot en met 9 veel gemakkelijker kunt rekenen dan met de Romeinse cijfers.

Slide 9 - Slide


Aantekeningen

  • Na de dood van Mohammed komt de macht te liggen bij de kalief, hij sticht het kalifaat. 
  •  De moslims voerden een veroveringsoorlog om de islam te verspreiden. Moslims waren tolerant tegen andere monotheïstische geloven. 
  • Na de dood van Mohammed komt er een splitsing tussen de soennieten en sjiieten. 
  • Arabieren hadden veel kennis bewaard van de Grieken en Romeinen. Wij hebben veel Arabische kennis overgenomen. 

Slide 10 - Slide

Wat hoort bij welk geloof?
christendom
islam
beide
Mohammed
Monotheïsme
kerk
moskee
Mekka
Bijbel
Jezus
Koran

Slide 11 - Drag question

Maak de juiste combinaties
heilig boek voor moslims
stad waar Mohammed in het jaar 622 uit wegvluchtte
de god van de moslims
 stad waar Mohammed in het jaar 622 naartoe vluchtte
mensen die geloven dat Mohammed de waarheid sprak
Koran
Mekka
moslims
Allah
Medina

Slide 12 - Drag question


Hoe noemen we de
vijf leefregels van de islam?
A
De Vijf Pilaren van de islam
B
De Vijf Zuilen van de islam
C
De Vijf Hoekstenen van de islam
D
De Vijf Regels van de islam

Slide 13 - Quiz


Waar is de Islam ontstaan?
A
Arabië
B
China
C
Spanje
D
Turkije

Slide 14 - Quiz


Welke godsdienst is ouder?
A
christendom
B
islam

Slide 15 - Quiz


Mohammed is...
A
De stichter en belangrijkste profeet van de islam
B
De stichter van de islam en de zoon van God
C
De belangrijkste profeet van de islam en de zoon van God
D
Hetzelfde als Allah

Slide 16 - Quiz


De islam kent...
A
1 god
B
2 goden
C
3 goden
D
4 goden

Slide 17 - Quiz


Wat is niet een van de vijf zuilen 
van de islam?
A
Eén keer in je leven naar Mekka gaan
B
Vaak naar de kerk gaan
C
Geld geven aan arme mensen
D
Vijf keer per dag bidden

Slide 18 - Quiz


Welke uitspraak over de islam is juist?
A
De islam is gesticht door de Turk Mohammed
B
Aanhangers van de islam noem je Turken of Arabieren.
C
Het gebedshuis van de islam noem je een moskee.
D
De verspreiding van de islam begon in de tweede eeuw na Christus.

Slide 19 - Quiz


Opvolgers van Mohammed heten
A
Kaliefen
B
Poitiers
C
Profeten
D
Arabieren

Slide 20 - Quiz


Wat gebeurt er op de tekening? 
Kies het juiste antwoord.
A
Een engel vertelt Mohammed dat hij moet vluchten uit Mekka.
B
Een engel vertelt Mohammed dat hij bij de Ka’aba de goden moet gaan aanbidden.
C
Een engel vertelt Mohammed dat hij christen moet worden.
D
Een engel vertelt Mohammed dat er maar één god is, Allah.

Slide 21 - Quiz

Zelfstandig werken
  • We lezen gezamenlijk paragraaf 5.4 door. 

  • Daarna ga je aan de slag met opdracht 1, 2, 3c, 3d, 3e, 3f, 4, 6, 7b.  

  • Klaar? Maak opdracht 14, 15 en 16 op pagina 140. 

Slide 22 - Slide

Leerdoelen

  • Je kunt beschrijven hoe de islam ontstond.  

  • Je kunt uitleggen hoe het Arabische rijk zich ontwikkelde. 

Slide 23 - Slide