Letterkunde middeleeuwen en renaissance 4V

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 5

Historische letterkunde

Middeleeuwen 

Renaissance

Doel:

voorbereiden op toets

De Middeleeuwse samenleving noemen we een standenmaatschappij. Welke groep standen klopt qua hiërarchie?

1. Geestelijkheid, Burgerij, Adel, Boeren
2. Adel, Geestelijkheid, Boeren, Burgerij
3. Adel, Geestelijkheid, Burgerij, Boeren
4. Geestelijkheid, Adel, Boeren, Burgerij

Een ander woord voor een hoofse ridderroman is

1. Karelroman
2. Arthurroman

Hoofs - voorhoofs

In de Karelroman gaat het om trouw, moed en kracht. Vrouwen spelen een arbitraire rol. Toch is het niet juist om over 'voorhoofs' te spreken... want de tradities bestaan NAAST elkaar!

Kenmerken hoofse werken. Welke hoort er niet bij?

1. Ridders overwinnen hun angst tijdens een zoektocht (queeste)
2. Naast moedig en sterk zijn ridders ook hoofs
3. De hoofse liefde voor een (onbereikbare) vrouw
4. De vrouw onderneemt zelf actie

Welke typisch middeleeuwse symboliek kom je in de Beatrijs en in Karel Ende Elegast tegen?

In de Reynaert staat een rechtzaak centraal. Dit leert ons veel over het proces in die tijd. Welke kenmerken kun je opnoemen?

Wat is volgens jou de moraal van Van den vos Reynaerde? 

Waarom hebben we zo weinig werken uit de middeleeuwen?

1. Verzamelaars hebben het verstopt
2. Door rampen, branden en oorlogen
3. Vooral orale traditie
4. B en C zijn allebei waar

Op welke manieren kan je aan een tekst zien dat die uit een verteltraditie afkomstig is?

Benoem de elementen die zorgen voor een overgang van middeleeuwen naar renaissance

Wat betekent renaissance?

1. Wedergeboorte van onze lieve heer
2. nieuwe kennis
3. Wedergeboorte van de mens (na de Middeleeuwen)
4. Wedergeboorte van de klassieke oudheid

Wat is het credo, de leus of het motto van de renaissance?

1. Oud is goud
2. Memento mori
3. Carpe diem

Het gedicht van Vondel op de vorige slide is een ...

Wat is er typisch renaissancistisch aan dit gedicht?

1. Het gaat over liefde
2. De vele strikte regels van de dichtvorm
3. De schrijver gebruikt figuren uit de klassieke mythologie
4. B en C zijn beide waar

Als de Spaansche Brabander van Bredero iets laat zien, dan is het wel dat het thema 'vluchtelingen' van alle tijden is. Leg dit uit met behulp van een omschrijving van de hoofdpersonen.

Zie je de toets over de middeleeuwen en de renaissance een beetje zitten?

😒🙁😐🙂😃

Voor volgende week

- Kijk al je NN opdrachten na (antwoorden op Classroom)

- ken de begrippen

ken de verhaalfragmenten en Reinaert

- herken kenmerken literatuur/ cultuur in de teksten