2hv - préparation SO3
1 / 17
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
kleding en winkelen
Slide 2 - Mind map
bijvoeglijke naamwoorden
Slide 3 - Mind map
werkwoorden
Slide 4 - Mind map
Vertaal:
Gaan we binnenkort naar de stad?
Gaan we binnenkort naar de stad?
Slide 5 - Open question
Vertaal:
Hoe vind je de witte trui?
Hoe vind je de witte trui?
Slide 6 - Open question
Vertaal:
Dat is niet duur.
Dat is niet duur.
Slide 7 - Open question
Beantwoord in een hele zin:
Tu veux acheter cette robe ?
Tu veux acheter cette robe ?
Slide 8 - Open question
Beantwoord in een hele zin:
Tu fais quelle taille ?
Tu fais quelle taille ?
Slide 9 - Open question
quatre-vingt-onze
trois-cents
neuf-cent-quatre-vingt
mille
cent-trente-cinq
soixante-dix-sept
quatre-cent-quatre
sept-cent-soixante
cent-seize
deux-cents
huit-cent-quatre-vingt-quinze
quarante
760
300
200
780
440
404
40
100
1000
116
91
77
980
135
895
Slide 10 - Drag question
Welke aanwijzend voornaamwoord moet je gebruiken voor een zelfstandig naamwoord ...
Aanwijzend voornaamwoord
mannelijk enkelvoud
vrouwelijk enkelvoud
Meervoud
Ce
Cette
Ces
Cet
Slide 11 - Drag question
sleep de woorden naar het juiste aanwijzend vnw
ce
cet
cette
ces
chaussures
langue
ceinture
oiseau
prix
robes
surprises
Slide 12 - Drag question
Sleep het juiste aanwijzend voornaamwoord naar de juiste plaats.
1. ____ fille a de bonnes notes en français.
Ce
Cet
Cette
Ces
Slide 13 - Drag question
Sleep het juiste aanwijzend voornaamwoord naar de juiste plaats.
2. Qu'est-ce que tu as fait ____ hiver froid ?
ce
cet
cette
ces
Slide 14 - Drag question
Sleep het juiste aanwijzend voornaamwoord naar de juiste plaats.
3. ____ chaussures ne me plaisent pas.
Ce
Cet
Cette
Ces
Slide 15 - Drag question
Sleep het juiste aanwijzend voornaamwoord naar de juiste plaats.
4. Tu as fini ____ exercice génial.
ce
cet
cette
ces
