Mavo 2 les 15

 Nederlands
Welkom
Pak je leesboek
Pak je dicteeschrift
Pak je etui

Wees stil als de docent begint

1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

 Nederlands
Welkom
Pak je leesboek
Pak je dicteeschrift
Pak je etui

Wees stil als de docent begint

Slide 1 - Slide

Welkom M2
* Lezen + boekpromotie
* Dictee
* Instructie
* Aan de slag 
* Spelletje
* Afsluiten



Slide 2 - Slide

Lezen
timer
15:00

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

So grammatica
31 oktober (volgende week dinsdag), so over cursus 5: grammatica, woordsoorten. 
§ 1, herhaling, § 3 Voegwoorden, § 5 Persoonlijk en bezittelijke naamwoorden, § 7 

Slide 5 - Slide

Boekopdracht inleveren
7 november
In je portfolio + digitaal via Magister opdrachten
Samenvatting per hoofdstuk 
Opdracht: ander einde schrijven

Slide 6 - Slide



5 woordendictee

Slide 7 - Slide

wereldwijd

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

transport

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

richtlijnen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

merkenrecht

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

kapitaal

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Dictee
Opdracht 1 internationaal

wereldwijd
transport
richtlijnen
merkenrecht
kapitaal

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Vragend voornaamwoorden

Slide 20 - Slide

Het vragend voornaamwoord (vr.vnw)
Het vragend voornaamwoord verwijst naar personen of dingen die ergens naar 'vragen'.

De vragende voornaamwoorden zijn: wie, wat, welke, wat voor (een)

Slide 21 - Slide


Wie heeft dat mooie verhaal geschreven? 
Het vragend voornaamwoord is:
A
Wie
B
dat
C
mooie

Slide 22 - Quiz

Noem het vragend voornaamwoord.
Wat verwacht de directeur toch van mij?
A
Wat
B
directeur
C
toch
D
mij

Slide 23 - Quiz

Wat is het vragend voornaamwoord?
Hoe bedoelt u?
A
hoe
B
zit er niet in

Slide 24 - Quiz

Wat is GEEN vragend voornaamwoord?
A
wie
B
welke
C
wanneer
D
wat

Slide 25 - Quiz

Wat is een vragend voornaamwoord?
A
die
B
is
C
wat
D
vragend

Slide 26 - Quiz

Wat ga je nu doen:
Huiswerk voor vandaag: §5 + §7, check!

* Cursus 5: grammatica, § 7 afmaken
* Cursus 5: grammatica, § 9
* Woordenschat § 2 internationaal
tot en met opdracht 2
Dit wordt huiswerk!!!


timer
15:00

Slide 27 - Slide