7.1 - Warmte en temperatuur

7.1 - Warmte en temperatuur
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

7.1 - Warmte en temperatuur
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Slide

L7-00 Je kent de betekenis van alle dik gedrukte woorden in het hoofdstuk.
L7 -1 Je weet in welke eenheden we temperatuur kunnen meten en je kunt deze verschillende eenheden naar elkaar omrekenen.
L7 -2 Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen temperatuur en warmte.
L7 -3 Je kunt benoemen welke verschillende manieren er zijn om temperatuur te meten  en uitleggen hoe dat werkt.



Natuurlijk zijn de leerdoelen ook te vinden in de leerlijst!

Leerdoelen
Klik eens op de play knop!
Start het nieuwe hoofdstuk lees 7.1 door. 
Neem daarna deze Lessonup door en maak de vragen.

Slide 2 - Slide

Wij kunnen met onze blote ogen natuurlijk geen moleculen zien, en daarom maken we gebruik  van animaties om bijvoorbeeld het effect van de botsingen te 'zien'.
Animatie bewegende moleculen

Slide 3 - Slide

Bij warm water bewegen de moleculen meer. Echter, in de natuurkunde draaien we dit meestal om: Hoe sneller de moleculen bewegen, hoe hoger de temperatuur is. 
Animatie invloed temperatuur op beweging van moleculen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Maak een samenvatting van minimaal 50 woorden van de uitleg in het vorige filmpje.

Slide 6 - Open question

Verschillende temperatuurschalen
Een thermometer geeft de beweging van de moleculen aan in een bepaalde eenheid.
Er zijn drie eenheden voor temperatuur:
- Celcius (°C)
- Kelvin
- Farenheid (°F)

Slide 7 - Slide

Uitleg plaatje

Slide 8 - Slide

100 graden Celsius = ... Kelvin
A
0 K
B
100 K
C
273 K
D
373 K

Slide 9 - Quiz

Celsius en Kelvin
A
Van Celsius naar Kelvin +273
B
Van Celsius naar Kelvin - 273
C
Van Kelvin naar Celsius -273
D
Van Kelvin naar Celsius +273

Slide 10 - Quiz

Wat is het koudste ?
A
10 graden celsius
B
273 Kelvin
C
-30 graden celcius
D
100 Kelvin

Slide 11 - Quiz

20 °C = ..... °F
A
20 °F
B
36 °F
C
68 °F
D
11,11 °F

Slide 12 - Quiz

Match de juiste temperatuureenheden.
Voorbeeld 100 K = 373 °C
- 273 °C
100 °F
10 °C
-173 °C
25 °C
37,8 °C
0 K
298 K
100 K
50 °F

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Video

Is energie!!

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Een bimetaal heeft een veel groter bereik dan een vloeistof thermometer. Waarom?

Slide 18 - Open question

HERHALING: BELANGRIJKSTE GROOTHEDEN EN EENHEDEN
Grootheid
Symbool
Eenheid
Afkorting
Temperatuur
T
Graden Celsius
°C
Kelvin
K
Graden Fahrenheit
°F
Warmte
Q
Joule
J

Slide 19 - Slide

Grootheid
Symbool
Eenheid
Afkorting
Graden Celsius
Kelvin
K
°F
Warmte
Q
Er blijven twee antwoorden over.
T
J
°C
C
Graden Fahrenheit
Temperatuur
Warmte
Joule

Slide 20 - Drag question


Huiswerk
Maken en serieus nakijken paragraaf 7.1 opdr. 1 t/m 12
Inleveren foto's van werkboek.

Slide 21 - Open question