Procentuele afname en toename: 9.1 afname en toename berekenen

1 / 19
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1,2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesregels 
- Telefoons in telefoontas voordat je gaat zitten.
- Tijdens de les ben je stil en doe je mee. Maak je aantekeningen.
- Je stelt vragen door je vinger op te steken.
- Tijdens de les krijg je tijd om je huiswerk te maken. Hiervan zijn de eerste 10 minuten in stilte, daarna mag je fluisteren.
- Altijd je spullen meenemen.
- WC; tijdens de les gaan we zo min mogelijk naar de wc.

Slide 2 - Slide

Vak: Rekenen
Hoofdstuk: Procentuele afname en toename
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen 
3.
Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 3 - Slide

1. Lesopening
Open je boek op blz. 215.







Slide 4 - Slide

2. Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
Aan het einde van de les:
- kun je procentuele afname aan verschillende woorden herkennen.
- kun je bij een procentuele afname het nieuwe totaal berekenen
- kun je procentuele toename aan verschillende woorden herkennen
- kun je bij een procentuele toename het nieuwe totaal berekenen


Slide 5 - Slide

3.  Mini-check

Slide 6 - Slide

Welk woord geeft een procentuele afname aan?
A
delen
B
minder
C
gedaald
D
vermenigvuldigen

Slide 7 - Quiz

In week 46 verkoopt Pizzeria Italia 410 pizza’s.
In week 47 verkoopt de pizzeria 10% minder pizza’s.

Hoeveel pizza’s verkoopt Pizzeria Italia in week 47?

A
41
B
369
C
328
D
451

Slide 8 - Quiz

De Krant kost normaal € 50.

Hoeveel kost De Krant met deze aanbieding?
A
€42
B
€8
C
€58
D
€5

Slide 9 - Quiz

De familie Meeuws betaalt in juni € 160 aan energiekosten.
In december gebruiken ze 14% meer energie dan in juni.

Hoeveel betaalt de familie Meeuws in december aan energiekosten?
A
€22,40
B
€137,60
C
€24,00
D
€182,40

Slide 10 - Quiz

Wie maakt wat
Had je alle vragen goed dan mag je zelfstandig aan de slag met de opdrachten. 
Jij gaat zelfstandig aan de slag met opdracht 1 t/m 11 op blz. 215 t/m 225
--> Lees de theorie goed door

De rest doet mee met de instructie

Slide 11 - Slide

Procentuele afname
Procenten worden vaak gebruikt om een afname aan te geven. Een afname betekent dat ene hoeveelheid kleiner wordt. 

Je kunt procentuele afname aan 
verschillende woorden herkennen: 
gedaald - afname - korting - minder

Slide 12 - Slide

Procentuele afname
Stap 1: Reken de afname uit
Je kunt de afname uitrekenen via 1%.

1% van 150.000 (100%) = 

Nu kun je naar 16% toerekenen: 
16% van 150.000 =

Stap 2: Reken het nieuwe totaal uit
150.000 - ......... = ................

Slide 13 - Slide

Procentuele toename
Een percentage kan ook worden gebruikt om een toename aan te geven. Toename betekent dat de hoeveelheid groter wordt. 

Je kunt procentuele toename aan verschillende woorden herkennen: 
gegroeid - rente - toegenomen - btw - gestegen - meer

Slide 14 - Slide

Procentuele toename
Stap 1: Reken de toename uit
Je kunt de toename uitrekenen met een decimaal getal.

21% van €60 = 0,21 x €60 = ....


Stap 2: Reken het nieuwe totaal uit
€60 + .... = €72,60
Om van procent naar een decimaal getal te gaan, deel je het procent door 100.

Bijv: 
- 50% = 50 : 100 = 0,5
- 23% = 23 : 100 = 0,23
- 73% = 73 : 100 = 0,73

Slide 15 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Had je geen of 1 vraag goed bij de mini-check --> 
Dan maken we samen wat opdrachten.



 

Slide 16 - Slide

6. Zelfstandig werken
Jij gaat zelfstandig aan de slag met opdracht 1 t/m 11 op blz. 215 t/m 225
--> Kijk terug in de theorie wanneer je het even niet meer weet.




Ben je klaar? Controleer of je overal berekeningen bij hebt staan.
Dan laat je je werk aan de docent zien.
timer
12:00

Slide 17 - Slide



 Aan het einde van deze les:
- kun je procentuele afname aan verschillende woorden herkennen.
- kun je bij een procentuele afname het nieuwe totaal berekenen
- kun je procentuele toename aan verschillende woorden herkennen
- kun je bij een procentuele toename het nieuwe totaal berekenen

Leerdoelen van deze les
Hoeveel sterren geef je jezelf? 
Minimaal 1 ster, maximaal 5 sterren per doel. 
kun je procentuele afname aan verschillende woorden herkennen.
kun je bij een procentuele afname het nieuwe totaal berekenen

kun je procentuele toename aan verschillende woorden herkennen
kun je bij een procentuele toename het nieuwe totaal berekenen

Slide 18 - Drag question

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk 
maandag 4 september
9.1 opdracht 1 t/m 11
Toetsen LJ4: 





Slide 19 - Slide