Week 23: Vlekken, wassen en strijken

Leren strijken
Gezonde leefstijl
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Leren strijken
Gezonde leefstijl

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les..
Kan ik op de juiste manier een schort, theedoek, werkjasje strijken

Slide 2 - Slide


A

Slide 3 - Quiz

Wat betekent dit wassymbool:
A
niet wassen
B
niet strijken
C
niet drogen
D
niet bleken

Slide 4 - Quiz

Wat betekent dit wassymbool:
A
niet wassen
B
heet wassen
C
handwassen
D
koud wassen

Slide 5 - Quiz

Wat betekent dit wassymbool:
A
wassen op 30 graden
B
wassen op 40 graden
C
handwassen
D
niet wassen

Slide 6 - Quiz

Wat betekent dit wassymbool:
A
Niet drogen in de wasdroger
B
Drogen in de wasdroger
C
Niet wassen in de wasmachine
D
Wassen in de wasmachine

Slide 7 - Quiz

Hoe moet je strijken?
  • Waslabel controleren – Kijk naar het strijksymbool voor de juiste temperatuur.
  • Strijkplank instellen – Kies de juiste temperatuur voor het materiaal.
  • Strijkrichting volgen – Strijk altijd in de richting van de vezels.
  • Niet te lang op één plek blijven – Dit voorkomt verbranding of schade aan de stof.
  • Gebruik een beschermdoek – Bij delicate stoffen om verbranding of glans te voorkomen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Aan de slag
Opdracht

Zet de strijkplank en strijkbout klaar op een handige plek. Pak de volgende artikelen welke je gaat strijken:
  • Een theedoek
  • Een sloof/schort
  • Een polo T-shirt
  • Een witte werkjasje van zorginstelling 




Slide 10 - Slide

Afsluiting
Zijn de lesdoelen behaald?

Aan het einde van de les..
Kan ik op de juiste manier een schort, theedoek, werkjasje strijken

Slide 11 - Slide