This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom
v4!
Slide 1 - Slide
Programma
10 minuten lezen
Oefenen leesvaardigheid
Afsluiting en vooruitblik
Slide 2 - Slide
10 minuten lezen
Slide 3 - Slide
Neem de tekst Leren lenen voor je.
We lezen samen de tekst.
Tijdens het lezen markeren we de kernzinnen en staan we stil bij belangrijke functies en tekstverbanden door te letten op signaalwoorden.
Daarna kijken we naar wat vragen (via LessonUp).
Slide 4 - Slide
Wat is het onderwerp van tekst 2?
Slide 5 - Open question
Welke twee elementen uit het rijtje hiernaast zijn verwerkt in alinea 1 van tekst 2? Noteer alleen de twee nummers.
timer
3:00
Slide 6 - Open question
Verdeel tekst 2 in inleiding, middenstuk en slot. Welke alinea's horen bij welk deel van de tekst?
Slide 7 - Open question
Van welk verband is er sprake tussen alinea 2 en 3?
A
nuancering
B
voorbeeld
C
verduidelijking
D
inperking
Slide 8 - Quiz
In alinea 4 wordt ingegaan op de verwachting dat jongvolwassenen ondanks de nadelen van het ‘sociaal leenstelsel’ toch een studielening zullen aangaan. Hoe komt het volgens tekst 2 dat jongeren toch een studielening aangaan? Geef een oorzaak en een reden uit alinea 4. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen.
Slide 9 - Open question
Alinea 5 begint met een zelfstandige redenering, die valt weer te geven in het schema hiernaast. Benoem van elke zin de functie die de zin binnen de redenering heeft. Noteer daartoe onder elkaar de nummers 1 tot en met 4 en noteer daarachter het functiewoord dat het best past bij de zinnen. Kies uit: argument, conclusie, constatering, tegenargument, tegenwerping, toegeving, verklaring, voorbeeld.
Slide 10 - Open question
De titel van tekst 2 is ‘Leren lenen’. Welk van de onderstaande beweringen legt deze titel het best uit?
A
De lezers leren iets over studenten die geld lenen voor hun studie.
B
De overheid wil studenten met het leenstelsel leren omgaan met geld.
C
Leren betekent voor studenten nu ook dat ze moeten leren lenen.
D
Studenten die niet leren om te lenen, komen in geldproblemen.
Slide 11 - Quiz
Welk van de onderstaande omschrijvingen geeft de hoofdgedachte van tekst 2 het best weer?
A
Het is niet sociaal om een stelsel dat zorgt voor ongelijke kansen in de maatschappij, ‘sociaal’ te noemen.
B
Het is onaanvaardbaar dat jongeren door een maatregel van de overheid gedwongen worden geld te lenen om te kunnen studeren.
C
Het maken van schulden is een moderne vorm van slavernij waar de overheid daadkrachtig tegen op zou moeten treden.
D
Het sociaal leenstelsel benadeelt studenten doordat zij soms tientallen jaren ongewild met een schuld blijven zitten.