V4B - 13-04-2022 - Les 4

TEXT 3
Descendant's secret Coke recipe may not be genuine

Het geheime recept voor Cola van een nakomeling is misschien niet echt
1 / 19
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

TEXT 3
Descendant's secret Coke recipe may not be genuine

Het geheime recept voor Cola van een nakomeling is misschien niet echt

Slide 1 - Slide

Paragraph 1
Read paragraph 1 and translate it into Dutch.
timer
2:00

Slide 2 - Slide

Paragraph 2
Read paragraph 1 and translate it into Dutch.
timer
2:00

Slide 3 - Slide

is considered = wordt gezien als
valuable = waardevol
stored = wordt bewaard
bank vault = bankkluis
executives = leidinggevenden

desperate = wanhopig
suffering = lijden aan
former = voormalig
auction = veilen
estranged = vervreemde
insists = staat erop
pass it on = doorgeven
rejected = afwijzen
offer = aanbod
split the proceeds = opbrengst delen

meanwhile = intussen
competitor = concurrent
it claims = ze beweren

Slide 4 - Slide

host = massa, menigte
pretenders = mensen die doen alsof
come forward = naar voren treden
proved = bewijzen
spokesman = woordvoerder

it is thought = men denkt
nutmeg = nootmuskaat
contain = bevatten

falling out = ruzie krijgen
separate sets = afzonderlijke sets
removing = verwijderen, weghalen
manufacturing = maken
producing = produceren
huge amounts = grote aantallen

Slide 5 - Slide

ADJECTIVES & ADVERBS
bijvoeglijk naamwoord & bijwoord

Slide 6 - Slide

ADJECTIVES & ADVERBS
ADJECTIVES (bijvoeglijk naamwoord) zegt iets over:
  1. zelfstandig naamwoord
  2. of is naamwoordelijk deel van het gezegde na koppelwerkwoord (be, become, appear, get, seem, sound, taste, feel, smell, look)

Slide 7 - Slide

ADJECTIVES & ADVERBS
ADJECTIVES:
  • An awful song.
  • The song was awful. (na koppelwerkwoord 'be')
  • That looked awful. (na koppelwerkwoord 'look')

Slide 8 - Slide

ADJECTIVES & ADVERBS
ADVERB (bijwoord) zegt iets over:
  1. een werkwoord
  2. een bijvoeglijk naamwoord
  3. een bijwoord
  4. een hele zin

Slide 9 - Slide

ADJECTIVES & ADVERBS
ADVERB:
  • He sang terribly. (werkwoord)
  • He was terribly nice to us. (bijvoeglijk naamwoord)
  • The time went incredibly quickly (bijwoord)
  • Fortunately, we were invited for the party. (hele zin)

Slide 10 - Slide

ADJECTIVES & ADVERBS
ADJECTIVES kunnen worden afgeleid van ADVERBS door de uitgang -ly aan het betreffende ADJECTIVE toe te voegen.
  • He wrote a beautiful book (adjective, over zn 'book')
  • He wrote beautifully (adverb, over ww 'write')
  • Her skin is smooth (adjective, na koppelww 'to be')
  • The car drove smoothly (adverb, over ww 'drive')

Slide 11 - Slide

ADJECTIVES & ADVERBS
ADJECTIVES kunnen worden afgeleid van ADVERBS door de uitgang -ly aan het betreffende ADJECTIVE toe te voegen.
  • Her complexion looked natural (adj, na koppelww 'look')
  • Naturally it was not to be tried (adverb, hele zin)
  • He is a real bully (adjective, over zn 'bully')
  • He is a really sweet guy (adverb, over 'sweet')

Slide 12 - Slide

ADJECTIVES & ADVERBS
Uitzonderingen
  • Adjective GOOD wordt WELL (It's a good car. It drives well)
  • Andere adverbs houden dezelfde vorm als adjectives  (A fast car. It drives fast)
  • Zie lijst p.21: adverbs die zowel met als zonder -ly voorkomen. Verschil in gebruik/betekenis. Uit je hoofd!

Slide 13 - Slide

BIJWOORDEN VAN TIJD
+ assignment

Slide 14 - Slide

ASSIGNMENT 5

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

He seemed ... at first, but now he looks ... again.
A
sad, happy
B
sadly, happy
C
sad, happily
D
sadly, happily

Slide 18 - Quiz

They admired him ... for he could sing ...
A
great, beautiful
B
greatly, beautiful
C
great, beautifully
D
greatly, beautifully

Slide 19 - Quiz