jeudi, le 13 juin

1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?
objectifs
vocabulaire
lire
parler
verbes
grammaire
devoirs

Slide 2 - Slide

objectifs
Ik ben me (weer) bewust van de uitspraakregels in het Frans.
Ik kan kan in het Frans vertellen van welke gerechten ik houd.
Ik kan hierbij het delend lidwoord gebruiken.
Ik begrijp hoe je de meest voorkomende werkwoorden in het Frans gebruikt.

Slide 3 - Slide

Vocabulaire (2 min)
-Maak tweetallen
-Maak een woordweb bij het thema manger
-Noteer samen zoveel mogelijk Franse woorden
-Noteer om de beurt een woord

Slide 4 - Slide

Vocabulaire (3 min)
- Probeer met ieder woord een kort zinnetje te maken.
- Gebruik steeds nieuwe zinnen.

bijv: la pomme  -> J'aime les pommes.
          les frites   ->  Tu voudrais des frites?

Slide 5 - Slide

Vocabulaire (2 min)
- Vergelijk jullie woordweb met die van jullie buren.
- Vul jullie woordweb aan met woorden/zinnen die nieuw voor je zijn, of die je even kwijt was

Slide 6 - Slide

la prononciation

Slide 7 - Slide

prononciation
é  =  ee  -> café, électricité
er = ee -> parler, donner, chercher
ez = ee -> chez, vous parlez

Slide 8 - Slide

prononciation
è   =  e (het)  ->  père, frère, mère, collège
ê  =   e (het)  ->  tête, fenêtre
ai =   e (het)  ->  aimer, mais, anglais

Slide 9 - Slide

prononciation
(e)au   = oo  ->  cadeau, aussi, sauce
qu        = k     ->   qui, que, quand, la physique, monique
oi         = wa  ->  trois, moi, toi, poivron
ou       =  oe  ->   bonjour, vous, nous, pour
ui         = wie ->   oui, huile

Slide 10 - Slide

lire en couples
Tekst E (blz 86): 
Lees om de beurt twee zinnen voor.
Geef elkaar feedback op de uitspraak.

Slide 11 - Slide

parler
zRéponds aux questions en phrases complètes.

Slide 12 - Slide

écrire

Slide 13 - Slide

oefenen met de werkwoorden 
(10 min)
ga naar :  www.verbuga.eu

Temps: présent +passé composé
Verbes irréguliers: avoir, être, faire
Verbes réguliers: chercher, finir, vendre

Confirmer

Slide 14 - Slide

oefenen met het delend lidwoord 
(5 min)

ga naar :  www.oefenplein.nl
-> voortgezet onderwijs
-> Frans
-> delend lidwoord



Slide 15 - Slide

devoirs
Chapitre 6
leren:     werkwoorden op -er/-ir/-re + avoir/être
maken:  opdr 8+18+27+29+30

Klaar? -> zie Magister voor het huiswerk van volgende week

Slide 16 - Slide

objectifs
Ik ben me (weer) bewust van de uitspraakregels in het Frans.
Ik kan kan in het Frans vertellen van welke gerechten ik houd.
Ik kan hierbij het delend lidwoord gebruiken.
Ik begrijp hoe je de meest voorkomende werkwoorden in het Frans gebruikt.

Slide 17 - Slide

Waar zou je nog meer uitleg
over willen krijgen?

Slide 18 - Mind map