Kaartje schrijven

een kaartje (of envelop) schrijven
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

een kaartje (of envelop) schrijven

Slide 1 - Slide

Wanneer schrijf je een kaartje?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Wat wil je vertellen?
Van wie?
Voor wie?
Waar woont die 
persoon?

Slide 4 - Slide

Van wie is de kaart?
A
Johan
B
Nina

Slide 5 - Quiz

Voor wie is de kaart?
A
Johan
B
Nina

Slide 6 - Quiz

Waar begin je mee?
A
Gefeliciteerd!
B
Groetjes
C
Beste
D
Kampen

Slide 7 - Quiz

Waarom stuur je de kaart?
A
Gefeliciteerd!
B
Groetjes
C
Johan Wennekes
D
Kampen

Slide 8 - Quiz

Wat schrijf je als laatste?
A
Gefeliciteerd!
B
Groetjes
C
Johan Wennekes
D
Kampen

Slide 9 - Quiz

Wat is het adres?
A
Gefeliciteerd!
B
Veenmos 34
C
Johan Wennekes
D
Kampen

Slide 10 - Quiz

Wat is de postcode?
A
Kampen
B
Nederland
C
Johan Wennekes
D
8265 HZ

Slide 11 - Quiz

verjaardag
overlijden ( = dood gaan)
baby geboren
ziek
trouwen

Slide 12 - Drag question

gefeliciteerd
gecondoleerd
gefeliciteerd met de baby
beterschap
gefeliciteerd met jullie huwelijk

Slide 13 - Drag question

Wat zeg je tegen je leerkracht?

A
Beste
B
Lieve

Slide 14 - Quiz

Wat zeg je tegen de
baas van de winkel?
A
Beste
B
Lieve

Slide 15 - Quiz

Wat zeg je tegen je
vader of moeder?
A
Beste
B
Lieve

Slide 16 - Quiz

Wat zeg je tegen je
buurman?
A
Beste
B
Lieve

Slide 17 - Quiz

Wat zeg je tegen de dokter?
A
Beste
B
Lieve

Slide 18 - Quiz