Ordening 1BB

Ordening oefenen

1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Ordening oefenen

Slide 1 - Slide

Bij welke groep van de sporenplanten vinden er aan de onderkant van het blad de sporenhoopjes?
A
mossen
B
varens

Slide 2 - Quiz

Van welk organisme zie je hier de cellen?
A
Schimmels
B
Planten
C
Dieren
D
Bacterieën

Slide 3 - Quiz

Plant
Dier
Schimmel
Bacterie

Slide 4 - Drag question

Slide 5 - Video

Van welke groep zag je net beelden in het filmpje?
A
Neteldieren
B
Geleedpotigen
C
Gewervelde dieren
D
Weekdieren

Slide 6 - Quiz

Hoe planten bacteriën zich voort?
A
Sporen
B
Deling
C
zaden

Slide 7 - Quiz

Damien heeft zijn boterham met kaas een week lang in zijn schooltas laten zitten. Er zit nu groen pluis op het brood en op de kaas.
Is het pluis op het brood en de kaas veroorzaakt door bacteriën?

A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Bacteriën helpen mee met het bereiden van voedsel, welk voedsel?
A
zuurkool
B
kaas
C
brood
D
melk

Slide 9 - Quiz

Hoe plant een schimmel zich voort?
A
zaden
B
sporen
C
deling

Slide 10 - Quiz

Een hagedis is een reptiel. Wat gebruiken reptielen om adem te halen?
A
Kieuwen
B
De huid
C
Slijmvliezen
D
Longen

Slide 11 - Quiz

In welke groep(en) halen de dieren adem met longen?
12
A
alleen zoogdieren
B
vogels en zoogdieren
C
reptielen, vogels en zoogdieren
D
amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren

Slide 12 - Quiz

Wat is een onderzoeksvraag?
A
wat je gaat onderzoeken
B
een losse vraag in je onderzoek
C
de uitkomst aan het eind van je onderzoek

Slide 13 - Quiz

Dolfijnen leven in zee. Ze halen adem met longen en ze zijn warmbloedig.

Tot welke groep van de gewervelden behoort de dolfijn?
A
Tot de amfibieën
B
Tot de vissen
C
Tot de zoogdieren
D
Tot de weekdieren

Slide 14 - Quiz

Wanneer kun je met zekerheid zeggen dat deze honden tot dezelfde soort horen?
A
Als ze zich kunnen voortplanten.
B
Als de uiterlijke kenmerken genoeg overeenkomen
C
Als ze in hetzelfde gebied voorkomen.
D
Als ze voor vruchtbare nakomelingen kunnen zorgen.

Slide 15 - Quiz

Bacteriën delen zich elke 30 min. Hoeveel bacteriën heb je na 1,5 uur.
Je begint met 1 bacterie.
A
6
B
8
C
16
D
32

Slide 16 - Quiz

Welk rijk heeft géén celkern?
A
bacteriën
B
schimmels
C
planten
D
dieren

Slide 17 - Quiz

Zet de woorden bij de juiste afbeeldingen
zaadplant
sporenplant
zaadplant
sporenplant

Slide 18 - Drag question

Waaraan kan je zien dat een kameleon een reptiel is?
A
droge schubben + ei met zachte schaal
B
droge schubben + levend geboren
C
schubben met slijm + ei met zachte schaal
D
droge schubben + ei met harde schaal

Slide 19 - Quiz

Bacterien nuttig
schimmels nuttig
dode organismen opruimen
kaas maken
dode organismen opruimen
antibiotica maken
yoghurt maken
helpen bij bereiding brood

Slide 20 - Drag question

Pietje zegt dat de hypothese de verwachte uitkomst is van een onderzoek. Kees zegt dat dit het resultaat is. Wie heeft of hebben er gelijk?
A
piet
B
kees
C
allebei

Slide 21 - Quiz