5. Het einde van het Romeinse Rijk

Het Romeinse Rijk


5. Het einde van het Romeinse Rijk
1 / 33
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Introduction

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen waarom het Romeinse Rijk verdween en wat er is overgebleven van de Romeinen.

Items in this lesson

Het Romeinse Rijk


5. Het einde van het Romeinse Rijk

Slide 1 - Slide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Slide

Wat weet jij eigenlijk
van de ondergang van de Romeinen?

Slide 3 - Mind map

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen waarom het Romeinse Rijk verdween en wat er is overgebleven van de Romeinen.

Slide 4 - Slide


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
De belangrijkste volken rondom het Romeinse Rijk tussen de 2e-5e eeuw
Hunnen
Angelen
Saksen
Vandalen
Visigoten
Ostrogoten

Slide 5 - Slide


Barbaren!


  • Aan het eind van de 3e eeuw vallen vreemde volken het Romeinse Rijk vanuit het oosten aan. 
  • De Romeinen noemen ze barbaren. Dit komt van het Griekse woord barbaros

  • Zo klinkt de taal van de barbaren namelijk volgens hen: 'bar, bar, bar, bar'.

Slide 6 - Slide


Het Rijk in de problemen


  • Het gaat niet goed met het Romeinse Rijk: de keizers zijn vooral bezig met ruzies en feesten. 






De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit schilderij is het derde deel van de serie heet Consummation (verorbering), en laat zien dat er vooral heel veel gefeest wordt.

Slide 7 - Slide


Het Rijk wordt gesplitst
395


  • Het Rijk wordt in 395 twee stukken gedeeld. 
  • Het oostelijk deel wordt het Oost-Romeinse Rijk. De hoofdstad is Constantinopel. 
  • In het West-Romeinse Rijk blijft Rome (voorlopig) de hoofdstad. 
  • Beide rijken hebben een eigen keizer.






Slide 8 - Slide

In het West-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Rome (later: Milaan en Ravenna), spraken de meeste mensen Latijn.
In het Oost-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Constantinopel, spraken de meeste mensen Grieks.

Slide 9 - Slide


Machtsstrijd


  • Elke troonopvolging gaat gepaard met ruzies, moord en verraad.
  • Legeraanvoerders willen keizer worden en laten soldaten terugkomen naar Rome, waardoor de grenzen onbewaakt achter blijven.






Niet alleen een machtsstrijd maakte een einde aan het West-Romeinse Rijk, er was ook aantal slechte keizers die er een potje van maakte. Zoals Honorius (384 - 423). Hij werd algemeen beschouwd als een van de slechtste keizers die het Romeinse Rijk heeft gekend. Toen hij keizer werd was er nog niet veel gevaar. Toen hij stierf was het West-Romeinse rijk al niet meer te redden.

Slide 10 - Slide


De Hunnen



  • De Hunnen zijn een stam uit Azië. 
  • Ze zijn gevreesd omdat ze erg wreed zouden zijn. 
  • Over hun leider Atilla wordt gezegd dat hij geen genade voor lafheid kent...

Slide 11 - Slide


Grote Volksverhuizing
3e eeuw - 5e eeuw



  • ...Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken. 
  • En door deze volken, gaan andere volken ook weer op de vlucht. In heel Europa trekken volken rond.

Slide 12 - Slide


Christenen in het Romeinse Rijk


Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. 
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof 
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.


De Grote Volksverhuizing tussen de 3e en 5e eeuw.
De Hunnen waren een stam uit Azië. Ze waren gevreesd omdat ze erg wreed zouden zijn. Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken.
De Vandalen kwamen helemaal tot aan Rome. Ze plunderden de stad een paar keer en roofden zelfs het goud van de tempeldaken. Het begrip vandalisme komt inderdaad van de plunderende Vandalen.
De Angelen en Saksen steken de Noordzee over en komen terecht in Engeland.
Veel namen van stammen kom je tegenwoordig nog steeds tegen in namen van landen en streken: Franci (Frankrijk), Alemanni (Duitsland, in het Frans: Allemange), Bavarii (Beieren), enz.

Slide 13 - Slide


Het West-Romeinse Rijk valt
476




  • Volken vallen het Rijk binnen en plunderen de rijkdommen. 
  • Romeinse aanvoerders hebben steeds minder te zeggen, en in 476 wordt zelfs een niet-Romein, keizer.
  • Historici zien dit als het einde van het West-Romeinse Rijk.

Slide 14 - Slide


Het West-Romeinse Rijk valt
476




De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit schilderij is het vierde deel van de serie heet Destruction, en lijkt op de inval van Rome door de Vandalen (in 455)
Een dreigende lucht met donkere wolken.
Een gebroken schild
Van een standbeeld ontbreekt het hoofd
Een vrouw wordt in het water gegooid
Een noodbrug die op instorten staat
Een vernielde brug.
Een paleis staat in brand: je ziet de vlammen

Slide 15 - Slide




Romulus Augustulus






De 'kleine Augustus' is de laatste keizer van het West-Romeinse Rijk. Hij is 10 jaar als hij keizer wordt, maar na een jaar wordt hij afgezet door de Germaan Odoaker.


Slide 16 - Slide


En het Oost-Romeinse Rijk?

  • Het Oost-Romeinse Rijk blijft nog bijna 1000 jaar langer bestaan: pas in 1453 wordt Constantinopel ingenomen door de Turken.
  • Dat komt vooral doordat het goed beschermd ligt tussen woestijnen en bergen. 
  • Bovendien geeft de Oost-Romeinse keizer vijanden geld om met rust gelaten te worden. 
Tegenwoordig is de Hagia Sophia (Aya Sophia) één van de grootste moskeeën ter wereld. In de tijd van het Oost-Romeinse Rijk was dit de grootste christelijke kerk ter wereld.

Slide 17 - Slide


Wat is er gebleven?

  • In de duizend jaar dat het West-Romeinse Rijk heeft bestaan, heeft het veel achtergelaten
  • Bijvoorbeeld: de taal (Latijn), de godsdienst (christendom), techniek, de kalender en wetgeving.
  • Veel kennis van de grote Griekse en Romeinse geleerden blijft bewaard in boeken, vooral in de bibliotheken van het Oost-Romeinse Rijk.
De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit is het vijfde schilderij uit de serie en heet Desolation (verlatenheid, eenzaamheid), en toont een rijk nadat het is ingestort.
Ook hier lijkt het weer een beetje op Rome, na de val van het West-Romeinse Rijk: de ruïnes zijn overgebleven...

Slide 18 - Slide

Video
Clipphanger: Hoe is het Romeinse Rijk gevallen?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Video

  • In de duizend jaar dat het West-Romeinse Rijk heeft bestaan, heeft het veel achtergelaten
  • Bijvoorbeeld: de taal (Latijn), de godsdienst (christendom), techniek, de kalender en wetgeving.
  • Veel kennis van de grote Griekse en Romeinse geleerden blijft bewaard in boeken, vooral in de bibliotheken van het Oost-Romeinse Rijk.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Wat hadden de Hunnen en de Grote Volksverhuizing met elkaar te maken?
Kies het juiste antwoord.
A
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen. Overal waar ze kwamen, werden de volken die daar woonden bang en vluchtten. Omdat veel volken op de vlucht waren, wordt dit de Grote Volksverhuizing genoemd.
B
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen en moesten dus steeds verhuizen. De Hunnen waren een volk, en als een volk steeds verhuist, is er dus een volksverhuizing.
C
Niets. Veel volken verhuisden, maar de Hunnen niet.
D
Niets. De Hunnen waren al eeuwen dood toen de Grote Volksverhuizing begon.

Slide 23 - Quiz

Op dit schilderij zie je hoe Rome wordt geplunderd. Sommige mannen klimmen zelfs op de tempeldaken om er het goud af te schrapen!
De man op het zwarte paard is de leider van de plunderaars.

Past de volgende zin bij de man op het paard?
Hij is een Vandaal.

A
Wel
B
Niet

Slide 24 - Quiz

Op dit schilderij zie je hoe Rome wordt geplunderd. Sommige mannen klimmen zelfs op de tempeldaken om er het goud af te schrapen!
De man op het zwarte paard is de leider van de plunderaars.

Past de volgende zin bij de man op het paard?
Hij heet Attila.

A
Wel
B
Niet

Slide 25 - Quiz

Op dit schilderij zie je hoe Rome wordt geplunderd. Sommige mannen klimmen zelfs op de tempeldaken om er het goud af te schrapen!
De man op het zwarte paard is de leider van de plunderaars.

Past de volgende zin bij de man op het paard?
Volgens de Romeinen is hij een barbaar
A
Wel
B
Niet

Slide 26 - Quiz

Wat hebben de jaartallen 395 en 476 te maken met het Romeinse Rijk?
Kies het juiste antwoord.


A
In 395 werd het christendom staatsgodsdienst. In 476 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst.
B
In 395 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst. In 476 was het einde van het West-Romeinse Rijk
C
In 395 ging de laatste West-Romeinse keizer dood. In 476 was het einde van het Oost-Romeinse Rijk.
D
In 395 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst. In 476 veroverden de Hunnen het West-Romeinse Rijk.

Slide 27 - Quiz

In 441 vielen zijn legers het Romeinse Rijk aan. De verdediging was zo slecht, dat hij alles kon
plunderen en vernietigen. Zijn dood was niet bepaald zoals je van zo'n trotse barbaarse krijger zou verwachten. Hij stierf niet op het slagveld, maar tijdens zijn huwelijksnacht. Hij had veel gedronken, om zijn bruiloft te vieren. In zijn slaapkamer viel hij flauw. In zijn val liep hij een ernstige bloedneus op. Hij stikte in zijn eigen bloed.”

Slide 28 - Open question

Begrippen uit deze les

  • barbaren
  • Grote Volksverhuizing
  • Vandalen
  • Hunnen

Slide 29 - Slide

Personen uit deze les

  • Atilla de Hun
  • Romulus Augustulus
  • Odoaker

Slide 30 - Slide

Jaartallen uit deze les

  • 395: Romeinse Rijk wordt gesplitst
  • 476: Val van West-Romeinse Rijk
  • 1453: Val van het Oost-Romeinse Rijk

Slide 31 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 32 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 33 - Open question