Geschiedenis de eeuw van de uitvindingen

Wanneer is de eeuw van de uitvindingen?
1 / 36
next
Slide 1: Open question
GeschiedenisBasisschoolGroep 6

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wanneer is de eeuw van de uitvindingen?

Slide 1 - Open question

Wat zijn belangrijke uitvindingen?

Slide 2 - Open question

Wie is de uitvinder van de telefoon?

Slide 3 - Open question

Je ziet hier een fonograaf. Hoe heet de man die dit heeft uitgevonden? Hij heeft ook de gloeilamp uitgevonden.

Slide 4 - Open question

Noem drie belangrijke uitvindingen voor het vervoer.

Slide 5 - Open question

Op de achtergrond zie je een trekschuit. Wat was het voordeel van een stoomboot ten opzichte van een trekschuit?

Slide 6 - Open question

Hoe heten de mensen die op stoomtreinen en stoomboten werkten?

Slide 7 - Open question

Wat doet een stoommachine?

Slide 8 - Open question

Noem twee voorbeelden van machines die door een stoommachine aan het werk gaan.

Slide 9 - Open question

Wat gebruiken mensen in de huisnijverheid (= thuis werken)?

Slide 10 - Open question

Welke brandstof wordt er voor stoommachines gebruikt?

Slide 11 - Open question

Vanaf wanneer worden er elektrische machines gemaakt?

Slide 12 - Open question

Hoe noem je mensen die in een fabriek werken?

Slide 13 - Open question

Hoe was het leven voor arbeiders in een fabriek?

Slide 14 - Open question

Wat is een huisvrouw?

Slide 15 - Open question

Wat zijn dagloners?

Slide 16 - Open question

Wat zijn fabrikanten?

Slide 17 - Open question

Waar betalen fabrikanten minder geld voor?

Slide 18 - Open question

Wie wilde dat vrouwen hetzelfde loon krijgen als mannen?

Slide 19 - Open question

Waar wonen fabrikanten?

Slide 20 - Open question

Ze verdienen veel geld in de industrie. Wat is industrie?

Slide 21 - Open question

Fabrikanten maken ook winst op de beurs

Slide 22 - Open question

Fabrikanten maken ook winst op de beurs. Wat is winst maken?
A
Geld verdienen
B
Geld verliezen
C
Boete betalen
D
Loon krijgen

Slide 23 - Quiz

Wat is de beurs?
A
Een portemonnee
B
Een gevangenis
C
Een plek waar je je loon krijgt
D
Een plek waar je een deel van een bedrijf kunt kopen

Slide 24 - Quiz

Waar wonen de arbeiders (de mensen die in de fabriek werken)?

Slide 25 - Open question

Noem twee dingen die niet te vinden waren in een arbeiderswoning

Slide 26 - Open question

Wat is riolering?

Slide 27 - Open question

Wat is een waterleiding?

Slide 28 - Open question

Waarom kregen veel mensen Tyfus (ziekte waarbij de ingewanden ontstoken zijn)?

Slide 29 - Open question

Hoe heette een lantaarnpaal vroeger?

Slide 30 - Open question

Hoe heet de persoon die de gaslantaarn aansteekt?

Slide 31 - Open question

Wat zijn kleppermannen?

Slide 32 - Open question

Wat staat er in de kinderwet van 1874

Slide 33 - Open question

Waarom komt er pas in 1901 een eind aan de kinderarbeid?

Slide 34 - Open question

Waar schrijven kinderen mee en waar op?

Slide 35 - Open question

Hoe heet dit ding waar kinderen soms een tik mee kregen op school?
A
Een lepel
B
Een plak
C
Een staaf
D
Een spatel

Slide 36 - Quiz