Les 3.3 + 3.4

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Lesplanning

Uitleg meervoud en tussenletters

Zelf werken aan de opdrachten

Wat is de juiste spelling in het meervoud van het woord:
technicus

1. technicussen
2. technici
3. technicusje
4. technicusen

Wat is de juiste spelling in het meervoud van:
flamingo

1. flamingos
2. flamingo's
3. flamingoën
4. flamingoos

Kies de juiste spelling.

Meervoud van auto

1. auto's
2. autoo's
3. autos
4. auto-s

Welk woord is juist gespeld?

1. bacteriën
2. bacterieën
3. bacterïen
4. bacterien

De apen op de ape_rots waren ape_trots op hun ape_nootjes

Welk woord is juist geschreven?

1. geitekaas
2. geitenkaas

Welk woord is juist geschreven?

1. maneschijn
2. manenschijn

Hieronder staan drie woorden. Kies bij elk zelfstandig naamwoord de juiste spelling van het meervoud.
Een bedrijf, twee …

1. bedrijven
2. bedrijfen
3. bedrijffen

Hieronder staan twee woorden. Kies bij elk zelfstandig naamwoord de juiste spelling van het meervoud.
1 Een fotograaf, twee …

1. fotografen
2. fotograven

Hieronder staan twee woorden. Kies bij elk zelfstandig naamwoord de juiste spelling van het meervoud.
1Een kaas, twee …

1. kasen
2. kazen

Wat is de juiste spelling?

1. groentensoep
2. groentessoep
3. groentesoep
4. groentsoep

Tussenletter -s?
kaas...schaaf

1. Ja
2. Nee

Tussenletter -s?
staat...schuld

1. Ja
2. Nee

Tussenletter -s?
najaar...storm

1. Ja
2. Nee

Tussenletter -s?
spruitje...stamppot

1. Ja
2. Nee

Tussenletter -s?

VOLK + ZANGER

1. Ja
2. Nee

Tussenletter -s?
Asperge + Soep

1. Ja
2. Nee

Aan de slag

Maak paragraaf 3.3 + 3.4

3.1 en 3.2 ( 1 t/m 13) helemaal af?