Je kunt weefsels van mensen en planten noemen met hun functie.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
organisme
Een mens bestaat uit wel 30 biljoen cellen
Slide 6 - Slide
orgaan
Een deel van een organisme met één of meerdere functies
Slide 7 - Slide
weefsel
meerdere cellen met dezelfde vorm en functie
Slide 8 - Slide
Cellen
Alle organismen bestaan uit cellen. Cellen zijn de bouwstenen van een organisme. Cellen zijn erg klein. Je kunt ze alleen zien onder een microscoop. Cellen zijn doorzichtig. Om ze goed te kunnen zien onder een microscoop, worden ze gekleurd.
Slide 9 - Slide
cellen
Cellen zijn de bouwstenen van organismen. Je lichaam bestaat uit verschillende typen cellen, ze kunnen verschillende vormen hebben.
zenuwcel
bindweefselcel
huidcel
spiercel
Slide 10 - Slide
Cellen, hoe zien ze eruit?
De vorm van een cel heeft te maken met zijn functie
Slide 11 - Slide
Verschillende weefsels
Elk orgaan bestaat uit meerdere weefsels
Slide 12 - Slide
Tussencelstof
Zit tussen de cellen in. Kan vloeibaar, hard of zacht zijn. Dat hangt af van het soort weefsel.
Vloeibaar: hersenvloeistof
Hard: botweefsel
Slide 13 - Slide
weefsels plant
-Opperhuid
-Huidmondjes
-Koolstofoxide <-> zuurstof
-Water (open of sluiten huidmondjes)
Slide 14 - Slide
weefsels in planten
Ook een blaadje bestaat uit meerdere weefsels!
Slide 15 - Slide
Jaarringen
Cambium: maakt nieuw hout.
Cambium zit bij de schors.
Waar zit dus het oudste en waar het nieuwste hout? Verschil houtcellen uit het voorjaar
en uit de zomer.
Slide 16 - Slide
Zelfstandig werken
Wat:
Hoe: Individueel
Hulp: De tekst
Tijd: zachtjes overleggen
Klaar: maken extra opdrachten / maken samenvatting / ander hw