1.4

1.4 Materialen gebruiken
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1.4 Materialen gebruiken

Slide 1 - Slide

Doel van par 1.4:
  • weten dat je materialen herkent aan hun stofeigenschappen
  • weten dat stofeigenschappen bepalen van welke stof je een product het beste kunt maken en voorbeelden kunnen noemen
  • de algemene materiaaleigenschappen van metalen kennen en weten waar ze in Binas staan
  • weten wat de algemene materiaaleigenschappen van kunststoffen zijn 
  • weten wat een composiet is en toepassingen kunnen noemen

Slide 2 - Slide

lesopbouw:
  • vragen hw? 
  • groepjes van 2 inleidende opdrachten boek 1t/m 3
  • uitleg 1.4 met groepsopdracht 3/4 personen
  • besprek hw/zelf werken(maken van 1.4: 5,8,9,12,14,20, 21, 23,26 
  • vervolg uitleg 1.4 
  • exit poll
  • hw: leren 1.4 + afmaken selectie vragen inclusief nakijken (wat je dan nog niet snapt noteren in vragenformulier classroom)

Slide 3 - Slide

Materialen gebruiken

  • Alle voorwerpen die je ziet bestaan uit stoffen en materialen
  • Als je weet aan welke eigenschappen een voorwerp moet voldoen, zoek je een stof met de beste stofeigenschappen om het voorwerp van te maken

Slide 4 - Slide

Groepsopdracht:(3 of 4 pers)
Welk groepje heeft het snelste 10 stofeigenschappen gevonden?
timer
2:30

Slide 5 - Open question

Stofeigenschappen
  •     kleur : goud heeft een gele kleur, koper rood en water is kleurloos
  •     geur :  spiritus ruikt bitter, suikerspin ruikt zoet 
  •     smaak : suiker heeft een zoete smaak.
  •     brandbaarheid : aardgas is brandbaar, water niet.
  •     giftigheid : koolmonoxide is een giftig gas.
  •     dichtheid : de dichtheid van water is 1 kg/dm³.
  •     kookpunt : het kookpunt van alcohol is 78°C en van water 100°C
  •     oplosbaarheid in water : keukenzout is goed oplosbaar in water.
  •     geleidbaarheid van stroom : koper geleid de stroom goed.
  •     magnetiseerbaarheid: ijzer, nikkel en cobalt zijn wel magnetiseerbaar.

Slide 6 - Slide

Metalen, herkenbaar aan:
 

  • metaalglans
  • goede geleider elektriciteit
  • goede geleider warmte

Maar er zijn ook verschillen tussen metalen onderling:
  • aluminium is een heel licht metaal(=kleine dichtheid)
  • ijzer roest snel, goud niet
  • koper is heel stevig, aluminium niet zo

Slide 7 - Slide

legeringen maken = metalen mengen
  • Dit doe je om betere eigenschappen te krijgen. 
  • Legeringen zijn altijd harder dan de zuivere  stoffen.
  • Bijvoorbeeld Goud is puur erg zacht -->
     mengen met zilver(=witgoud) of met koper (=roodgoud) 
Binas tabel 37

Slide 8 - Slide

 kunststoffen: 
  •  waterdicht
  • slechte geleider elektriciteit en warmte
  • nauwelijks aangetast door omgeving
  • kunststoffolie = doorzichtig
  • nadelen: veel soorten worden
    zacht bij verwarming, en de meeste
    soorten  zijn niet biologisch afbreekbaar

Slide 9 - Slide

Composieten 
composieten bestaan uit kunststof versterkt met andere vezels, vaak glas of metaal. 
Voordelen: 
  • kleine dichtheid
  • extreem sterk
  • kunnen grote trekkrachten opvangen

bestaat uit verschillende materialen. 

Slide 10 - Slide

Wat is het belangrijkste wat je vandaag geleerd hebt?

Slide 11 - Open question