4.1 Einde van de wereldrijken

4.1 Einde van de wereldrijken
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

4.1 Einde van de wereldrijken

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je:
-Uitleggen wat het begrip dekolonisatie betekent door hier een voorbeeld bij te geven.
-Uitleggen waarom er in Afrika en Azië veel koloniën zaten en wie er de macht had.
-Uitleggen hoe het dekolonisatieproces opgang kwam.
-Uitleggen welke veranderingen het dekolonisatieproces gaf in de wereld.

Slide 2 - Slide

Dekolonisatie
Dekolonisatie is het proces waarbij kolonies zelfstandig worden van een moederland. De term wordt vooral gebruikt voor het proces waarbij niet-Europese koloniën van Europese koloniale mogendheden onafhankelijk werden.

Slide 3 - Slide

Redenen voor dekolonisatie
1. Europese landen waren machteloos geworden na WO2.
2. Lokale bevolking in kolonies had zijn eigen kracht gezien.
3. VS was tegen het bezit van koloniën (was ook zelf kolonie geweest van ENG)
4. Sovjet- Unie (Rusl.) was tegen het bezit van koloniën, ze wilden er zelf invloed krijgen.
5. Engeland dé-koloniseert vreedzaam, Nederland minder, Frankrijk & Portugal voeren oorlogen uit.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Dekolonisatie Azië
Kolonisatoren:
Frankrijk --> Indo- China, 
Engeland -->Brits- Indië
Nederland -->Nederlands- Indië.
-Moederland bepaalde de samenleving over zee. (politiek, onderwijs, economie, enz.)
-Blanken voelen zich superieur tov het Aziatische ras.

Slide 6 - Slide

Tijdens de wereldoorlogen
  • Ook oorlog in de koloniën.
  • Koloniale soldaten vechten mee voor hun overheerser.
  • Na Tweede Wereldoorlog --> verzet in koloniën tegen het moederland.
  • Onderwijs is de sleutel tot zelfstandigheid
  • Ghandi --> India 
  • Soekarno --> Indonesië
  • Westerse ideeën --> Nationalisme = liefde voor eigen volk en vaderland
  • Verlangen naar eigen onafhankelijke staat.
  • Gevolg = verzet + geweld tegen het moederland

Slide 7 - Slide

India
  • Mahatma Ghandi -->Indiaas politicus
  • Geweldloos verzet tegen Engeland.
  • 1930 Engeland laat steeds meer over aan India.
  • India: Moslims en Hindoes
  • 1947 onafhankelijk: Burgeroorlog

Slide 8 - Slide

Brits-Indië
Oude Brits- Indië:
  1. India
  2. Pakistan
  3. Sri Lanka
  4. Birma
  5. Bangladesh

Geloof in Brits- Indië:
  • Pakistan = Moslim
  • India = Hindoe
  • Bangladesh = Moslim
  • Sri Lanka = Hindoe

Slide 9 - Slide

Indonesië

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Indië --> Nederlands- Indië
  • Oud- kolonie van Nederland
  • 1595-1949 Nederlands eigendom
  • VOC --> monopolie handel
  • 2 tussen- periodes:
 1799-1814 Engeland 
 1942-1945: Japan 
  • Indonesië gebruikt voor handel grondstoffen als specerijen, ook rubber en olie.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Dekolonisatie Indonesië
  • Na 1945 Japan belooft Indonesië steun tot onafhankelijkheid
  • Japan verlies oorlog, NL herstelt gezag
  • Soekarno (leider nationalisten) vecht met jonge soldaten om zelfstandigheid Indonesië
  • Politionele acties: 1947 NL grijpt militair in.

Slide 14 - Slide

Politionele acties 1947

Slide 15 - Slide

27 december 1949
  • Onafhankelijkheid Republiek Indonesië. Voormalig koningin Juliana tekent de Soevereiniteitsoverdracht = overdragen van de hoogste macht (bestuur) aan de eigen regering.
  • Gevoel in NL: Indië verloren, rampspoed geboren....

Slide 16 - Slide

Dekolonisatie Afrika

  • Kolonisatoren: ENG, FRA, BEL, SPA, POR, DUI, ITA.
  • Noord- Westen van FRA.
  • Noord- Oosten ENG.
  • Zuiden: De rest
  • Doel: Ook hier is Europa op zoek naar grondstoffen en afzetmarkten.

Slide 17 - Slide

Kolonisatie Afrika
  • 1880- 1914 Wedloop om Afrika (scramble of Africa)
  • Conferentie van Berlijn: 1884/1885 opdeling van Afrika onder Europese grootmachten
    .

Slide 18 - Slide

Waarom het werelddeel Afrika?
  • Afrika rijk aan grondstoffen als Goud, IJzer, Olie, enz.
  • Grondgebied belangrijk voor vergroting Europese macht
  • Afrika --> Slavenhandel
  • Slaven waren nodig om te werken op de overige plantages in andere koloniën zoals Zuid- Amerika. Voorbeelden zijn:
  • Nederland: Suriname + Curacao
  • Engeland: VS
  • Spanje: Latijns- Amerika
  • Portugal: Brazilië

Slide 19 - Slide

Trans-atlantiche slavenhandel
(Driehoekshandel)

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Aan de slag (Huiswerk)

Leren: PowerPoint bij 4.1 (bestanden Teams)
Lezen:  paragraaf 4.1
Maken: allen (online) opdrachten bij 4.1

timer
15:00

Slide 22 - Slide