This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 15 min
Instructions
lesdoelen
Je leert dat internationale handel belangrijk is voor de concurrentiepositie van ons land. Je leert wat wisselkoersen voor effect hebben op de import en export.
Items in this lesson
Economie
Klas:
Mavo 4
Hoofdstuk:
H7
Onderwerp:
Internationale handel
Slide 1 - Slide
Internationale handel
Slide 2 - Slide
lesdoelen
Je leert dat internationale handel belangrijk is voor de concurrentiepositie van ons land. Je leert wat wisselkoersen voor effect hebben op de import en export.
Nederland importeert goederen en diensten uit het buitenland en exporteert ook goederen en diensten naar het buitenland.
Slide 7 - Slide
wederuitvoer
Nederland voert ook producten in die vervolgens doorverkocht worden aan het buitenland, dit heet doorvoerhandel of wederuitvoer.
Slide 8 - Slide
handelsbalans
De handelsbalans (of goederenbalans) geeft een overzicht van de exportwaarde en de importwaarde van goederen. Het verschil tussen de export- en importwaarde noem je het saldo van de handelsbalans.
Slide 9 - Slide
betalingsbalans
De ontvangsten en betalingen voor diensten (denk aan transport, aanleg havens en toerisme) staan op de dienstenbalans.
Slide 10 - Slide
import- en exportquote
Het percentage van de totale importwaarde of exportwaarde ten opzichte van het nationaal inkomen.
Slide 11 - Slide
Wat is het nationaal inkomen?
Slide 12 - Open question
internationale concurrentiepositie
Een goede internationale concurrentiepositie voor Nederland betekent dat we een goede kwaliteit aan producten aan het buitenland leveren, tegen een lage prijs.
Slide 13 - Slide
gevolgen internationale handel
inkomen
werkgelegenheid
welvaart
Slide 14 - Slide
invloed van wisselkoeren
De wisselkoersen van vreemde valuta hebben invloed op de internationale handel. Vooral de dollarkoers is belangrijk. Veel goederen worden in Amerikaanse dollars afgerekend.
Slide 15 - Slide
Wat heb je geleerd?
Slide 16 - Slide
Wat is geen vorm van internationale handel?
A
Nederland verkoopt aan China.
B
Duitsland koopt van Nederland.
C
Brussel koopt van Londen.
D
Amsterdam verkoopt aan Eindhoven.
Slide 17 - Quiz
Het voordeel van import voor de Nederlandse consument is ...