Plein M les 1.2 Westerse wereldrijken

Terugblik op de vorige les...
Wat weet je over de tijd van burgers en stoommachines
1 / 17
next
Slide 1: Mind map
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Terugblik op de vorige les...
Wat weet je over de tijd van burgers en stoommachines

Slide 1 - Mind map

This item has no instructions

Westerse wereldrijken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe koloniale wereldrijken ontstonden en wat de oorzaken en gevolgen hiervan waren.
  • Je weet welke gevolgen het imperialisme had in Afrika en Azië.
  • Je kunt beschrijven hoe en waarom Nederland zijn koloniale rijk uitbreidde. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn kolonies?
A
Eilanden die onbewoond zijn.
B
Gebieden die door een ander land worden bestuurd.
C
Gebieden die onafhankelijk zijn.
D
Steden met een grote bevolking.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Welk Europees land had de meeste kolonies?
A
Engeland
B
Nederland
C
Amerika
D
Frankrijk

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat was een reden om kolonies te veroveren?
A
Grondstoffen
B
Afzetmarkten
C
Europese cultuur opdringen
D
Alle 3 de antwoorden zijn juist.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Uitbreiding van gebied en macht noemen we ....

A
kolonialisme
B
imperialisme

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je de vergadering in 1884 waarin Europese landen Afrika gingen verdelen?
A
meeting
B
congres
C
conferentie
D
complot

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kan je nu nog zien dat Afrika in 1884 is verdeeld door Europese landen?
A
Je kan in alle Afrikaanse landen pizza eten.
B
Veel grenzen in Afrika zijn rechte lijnen.
C
Iedereen in Afrika is fan van Europese voetbalclubs.
D
Veel gebouwen in Afrika zien er Europees uit.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Waarom waren Suriname en Nederlands-Indië belangrijk voor Nederland?
A
Omdat het in die landen altijd mooi weer is.
B
Omdat die landen dichtbij NL lagen.
C
NL gebruikte die landen voor grondstoffen en als afzetmarkten.
D
Omdat die landen rijk waren.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Waren de mensen die in de Nederlandse kolonies woonden blij met de Nederlanders?
A
Nee, ze wilden zelf hun land besturen.
B
Ja, ze vonden het wel gezellig met de Nederlanders.
C
Nee, want ze wilden liever Franse kolonies zijn.
D
Ja, want de Nederlanders gaven hen veel geld.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je het als mensen een eigen land (natie) voor hun volk willen?
A
imperialisme
B
kolonialisme
C
egoïsme
D
nationalisme

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat wilden abolitionisten?
A
dat de slavernij zou stoppen
B
dat de slavernij voor altijd zou blijven bestaan
C
dat de slaven wel geld kregen, maar geen vrijheid
D
dat slaven iets minder hard hoefden te werken

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer werd de slavernij door Nederland afgeschaft (gestopt)?
A
1836
B
1863
C
1853
D
1830

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions



Leer alle woorden van 1.2

Slide 16 - Slide

Huiswerk:

Lezen: leerstof, blauwe tekstvakken

Kijk: https://www.youtube.com/watch?v=KMzxS1fzwSo&list=PL_8kMrE9pw1OFGwSClVL1EzcO23qGTFna&index=2

Maken: blz. 18 t/m 24
Waar komen de grondstoffen vandaan?
Volgende les:

Slide 17 - Slide

This item has no instructions