HAVO 2 - Leesvaardigheid - H3 - opdracht 4

H2b
Goedemorgen!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H2b
Goedemorgen!

Slide 1 - Slide

Planning vandaag
   1.  Huiswerkcontrole   
   2. Lesdoelen   
   3. Huiswerk bespreken
   4. Oefenen feit, mening, argument
   5. Afronding & huiswerk

Slide 2 - Slide

Lesdoelen

Aan het einde van deze les:


  • kun je een vergelijkend verband, een doel-middelverband en een samenvattend verband   herkennen in een tekst door gebruik te maken van signaalwoorden
  • kun je deze tekstverbanden herkennen aan hun signaalwoorden
  • weet je wat een feit, een mening en argumenten zijn

Slide 3 - Slide

Huiswerk bespreken
Neem je huiswerk voor je. We bespreken een aantal vragen uit Lezen hoofdstuk 3, opdracht 4, tekst Kassa: vloggen over cola!

Slide 4 - Slide

Vraag 1: Wat is het onderwerp van de tekst
'Kassa: vloggen over cola!'?

Slide 5 - Open question

Vraag 8: In alinea 4 staat een doel-middelverband. Noteer het middel en het doel.
Middel = .... Doel = ....

Slide 6 - Open question

Vraag 10: In alinea 8 kun je een vergelijkend verband herkennen. Wat wordt met elkaar vergeleken?

Slide 7 - Open question

Vraag 11: Aan welke signaalwoorden herken je het vergelijkend verband in alinea 8?

Slide 8 - Open question

Vraag 12: In alinea 8 staat ook een doel-middelverband. Noteer het middel en het doel.
Middel = .... Doel = ....

Slide 9 - Open question

En verder?
Kijk de rest van de opdracht zelf na: 
de antwoorden daarvoor staan bij deze  les in de bijlage.

Slide 10 - Slide


Feit, mening, argument
  • een feit is waar en kun je controleren
  • een mening is een waardering en kun je niet controleren
  • een argument is een uitleg bij een mening 

Slide 11 - Slide

Feitelijk?

Geef van de volgende meningen aan of de argumenten daarbij feitelijk of niet-feitelijk zijn.

Slide 12 - Slide

De smartphone is onmisbaar.

Je kan er nu bijna overal geld mee overmaken.
A
Feitelijk
B
Niet-feitelijk

Slide 13 - Quiz

Utrecht is een prettige stad om te wonen.

Er wonen in Utrecht veel jonge gezellige mensen.
A
Feitelijk
B
Niet-feitelijk

Slide 14 - Quiz

Je kunt beter met het openbaar vervoer naar Amsterdam gaan.
Het is veel gezelliger om met het openbaar vervoer naar Amsterdam te komen.
A
Feitelijk
B
Niet-feitelijk

Slide 15 - Quiz

Het gratis downloaden van muziek via internet moet strafbaar blijven.
Niet iedereen hoeft alle muziek te kunnen beluisteren.
A
Feitelijk
B
Niet-feitelijk

Slide 16 - Quiz

Maastricht is een prima stad om een dagexcursie voor CKV te organiseren.
In Maastricht kan je verschillende musea en galeries bezoeken.
A
Feitelijk
B
Niet-feitelijk

Slide 17 - Quiz

Lesdoelen

Je kan nu:


  • een vergelijkend verband, een doel-middelverband en een samenvattend verband   herkennen in een tekst door gebruik te maken van signaalwoorden
  • deze tekstverbanden herkennen aan hun signaalwoorden
  • het verschil aangeven tussen een feit, een mening en een argument

Slide 18 - Slide

We oefenen in de lessen nu al een tijdje met leesvaardigheid. Tot de proefwerkweek heb je vanaf morgen nog een vragenuurtje en 26 dagen. Wat ga je doen?
Niet veel meer, want ik snap alles.
Het huiswerk maken, daarna ben ik er klaar voor.
Het huiswerk maken en extra oefenen.
Extra uitleg vragen, want ik snap er nog te weinig van.

Slide 19 - Poll

De voorbereiding
- leer de tekstverbanden en de woordenlijst om de andere 
dag ongeveer 15 minuten
- plan 3 oefenteksten in (zie studiewijzer)
- maak gebruik van het vragenuurtje
- maak 24 maart de proeftoets en kijk die kritisch na
- kijk goed wat er van je verwacht wordt bij de toets (zie magister)

Slide 20 - Slide