H5 BSM les 4 Periode 2

• Lichamelijke opvoeding
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Startklaar

- Laptop en map op tafel.

-Telefoon in Zakkie.

- Jassen en tassen weg.

- Telefoon in je zakkie.

- Rustig praten met je buurman/buurvrouw mag maar niet met andere.

Aan de slag

Smart was....?

Leerdoelen

- Je kent de bekwaamheidscirkel.

- Je kent de verschillen tussen inter- en intra-scolaire toernooien.

- Je weet wat PPD is.

_ je kent verschillende "sportrollen".

- Je kent de belangrijke eigenschappen voor het organiseren van een toernooi.

Een onderwerp kiezen:

Leg uit:

De instructeur, de coach, de trainer,
de spelbegeleider en
de scheidsrechter.

Wat moet je weten
(bij het organiseren
van een sporttoernooi)?

Ik vind het belangrijkste bij organiseren:

De aantallen.

De locatie.

De tijd.

De Materialen.

De doelgroep.

Onder maatwerk versta ik:

Aan de slag

1. Lees blz 199 tot blz 201 "organisatievormen". 

2. Bespreek met je buurman/buurvrouw wat je hebt gelezen.

3. Bedenk een voorbeeld voor een inter- en een voorbeeld voor een intra-scolair toernooi.

Klassikaal nabespreken.

Huiswerk:

Maak een samenvatting van Hfdst 2.1 en laat deze zien. (digitaal of op papier).

Ik heb geleerd....?