Les 3 - Opfrissen en verdieping kinetiek - Farmablok 2 - 3e jaars
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2
This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Absorptie
Distributie
metabolisatie
excretie
Farmacokinetiek: hoe gaat medicatie door het lichaam (1 minuut)
Opname via darm of vaatstelsel en zo door de rest van het lichaam.
Verdeling in het lichaam (lever verdeelt de werkzame stof)
Omzetting door het lichaam (medicijn>metabolieten)
Uitscheiding (via nieren, longen, speeksel maag/darmstelsel, zweet en moedermelk).
Slide 6 - Drag question
Waar of niet waar: Bij druppelen in de ogen, heb je te maken met de biologische beschikbaarheid na het first-pass effect. (toepassingsvraag)
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
Waar of niet waar: Bij de inname van augmentindrank bij een infectie, heb je te maken met de biologische beschikbaarheid na het first-pass effect. (toepassingsvraag)
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quiz
Waar of niet waar? Wanneer medicatie is ingenomen, verspreid elk medicijn zich altijd egaal over alle weefsels in het lichaam, inclusief de hersenen.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
Waar of niet waar: Bij het geven van morfine i.v., heb je te maken met de biologische beschikbaarheid na het first-pass effect. (toepassingsvraag)
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Hier zie je een schema van toedieningsvormen van medicatie. Welke toedieningsvorm past bij de paarse lijn?
A
intramusculair
B
oraal
C
transdermaal
D
intraveneus
Slide 11 - Quiz
Hier zie je een schema van toedieningsvormen van medicatie. Welke toedieningsvorm past bij de rode lijn?
A
intramusculair
B
oraal
C
transdermaal
D
intraveneus
Slide 12 - Quiz
waar of niet waar? Een intoxicatie ontstaat niet alleen door een verhoogde inname van de stof. andere oorzaken kunnen zijn: verwerkingsverandering in het lichaam, gestoorde eliminatie, geneesmiddelen interacties, genetische variatie.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Zoveel mogelijk verschillende toedieningsvormen (2 minuten)
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Bekijk deze 2 filmpjes over de sympathicus en parasympathicus.
- Hoe kun je deze gebruiken om iets te behandelen?