This lesson contains 30 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
Natuurkunde
- Pak je natuurkunde spullen.
- Berg je telefoon op.
Slide 1 - Slide
Vandaag
Herhaling vorige keer:
2 verschillende soorten verplaatsing
2 verschillende soorten snelheid
Nieuw:
3 soorten diagrammen
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Twee soorten verplaatsing
s: loopt altijd op. Wat er op de kilometerteller zou staan.
x: kan stijgen en dalen. Altijd ten opzichte van het startpunt.
Slide 4 - Slide
Twee soorten snelheden
Gemiddelde snelheid:
de snelheid tussen twee tijdstippen.
Momentane snelheid:
de snelheid op een bepaald moment. Is te bepalen door het tekenen van een raaklijn.
Slide 5 - Slide
x
Slide 6 - Slide
Wat is de gemiddelde snelheid tussen punt A en B?
x
Slide 7 - Slide
Wat is de snelheid op tijdstip t = 4 s ?
x
Slide 8 - Slide
Wat is de snelheid op tijdstip t = 4 s ?
x
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Slide
t = 0s
t = 1s
t = 2s
t = 3s
t = 4s
Slide 12 - Slide
t = 0s
t = 1s
t = 2s
t = 3s
t = 4s
Slide 13 - Slide
t = 0s
t = 1s
t = 2s
t = 3s
t = 4s
Slide 14 - Slide
t = 0s
t = 1s
t = 2s
t = 3s
t = 4s
Slide 15 - Slide
t = 0s
t = 1s
t = 2s
t = 3s
t = 4s
Slide 16 - Slide
t = 0s
t = 1s
t = 2s
t = 3s
t = 4s
Slide 17 - Slide
t = 0s
t = 1s
t = 2s
t = 3s
t = 4s
0 km/h
Slide 18 - Slide
t = 0s
t = 1s
t = 2s
t = 3s
t = 4s
0 km/h
25 km/h
Slide 19 - Slide
t = 0s
t = 1s
t = 2s
t = 3s
t = 4s
0 km/h
25 km/h
60 km/h
Slide 20 - Slide
t = 0s
t = 1s
t = 2s
t = 3s
t = 4s
0 km/h
35 km/h
70 km/h
105 km/h
Slide 21 - Slide
t = 0s
t = 1s
t = 2s
t = 3s
t = 4s
0 km/h
35 km/h
70 km/h
105 km/h
140 km/h
Slide 22 - Slide
t = 0s
t = 1s
t = 2s
t = 3s
t = 4s
0 km/h
35 km/h
70 km/h
105 km/h
140 km/h
0 km/h
Slide 23 - Slide
t = 0s
t = 1s
t = 2s
t = 3s
t = 4s
0 km/h
35 km/h
70 km/h
105 km/h
140 km/h
0 km/h
70 km/h
Slide 24 - Slide
t = 0s
t = 1s
t = 2s
t = 3s
t = 4s
0 km/h
35 km/h
70 km/h
105 km/h
140 km/h
0 km/h
70 km/h
70 km/h
Slide 25 - Slide
t = 0s
t = 1s
t = 2s
t = 3s
t = 4s
0 km/h
35 km/h
70 km/h
105 km/h
140 km/h
0 km/h
70 km/h
70 km/h
70 km/h
Slide 26 - Slide
t = 0s
t = 1s
t = 2s
t = 3s
t = 4s
0 km/h
35 km/h
70 km/h
105 km/h
140 km/h
0 km/h
70 km/h
70 km/h
70 km/h
70 km/h
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Schets de diagrammen bij de situaties:
Een sprinter begint na het startschot te rennen, houdt zijn maximale snelheid vast tot de eindstreep, en loopt dan rustig uit.
Een fietser komt met een constante snelheid aangefietst, remt tot stilstand voor een stoplicht, wacht even voor het rode licht, en fietst dan weer verder.