H 6.5 Warmtetransport B3 les 5

H6 Energie en warmte CE
Benodigheden
- laptop
- Binas
- Rekenmachine 


Tassen op de grond
Telefoons in jouw kluis

Welkom Basis 3!
Ga zitten en start met:






Jas aan de kapstok
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H6 Energie en warmte CE
Benodigheden
- laptop
- Binas
- Rekenmachine 


Tassen op de grond
Telefoons in jouw kluis

Welkom Basis 3!
Ga zitten en start met:






Jas aan de kapstok

Slide 1 - Slide

We gaan starten!
                                                                                               Wachttijd:
stopwatch
00:00

Slide 2 - Slide

§ 6.1 Energie-omzetting
§ 6.2 Elektrische energie opwekken
§ 6.3 Temperatuur
§ 6.4 Temperatuur en moleculen
§ 6.5 Warmtetransport
§ 6.6 Isolatie

Slide 3 - Slide

Lesprogramma
  1. Huiswerk controle
  2. Voorkennis/Terugblik
  3. Leerdoelen
  4. Instructie (uitleg)
  5. Afsluiting 
  6. Huiswerk
  7. Nabespreking

Slide 4 - Slide

Huiswerkcontrole
Maak opdrachten op de examensite

Slide 5 - Slide

Over welke opgaven van
het huiswerk zijn er vragen?

Slide 6 - Mind map

Onthoud
• Elke stof kan voorkomen in drie verschillende fasen: vast, vloeibaar en gas.
– De moleculen in een vaste stof hebben een eigen, vaste plaats. Ze bewegen op die vaste plaats heel snel heen en weer. De aantrekkingskracht tussen de moleculen is groot.
– De moleculen in een vloeistof bewegen langs en door elkaar heen. Ze hebben geen vaste plaats meer, maar de aantrekkingskracht tussen de moleculen is nog wel groot genoeg om ze bij elkaar te houden.
– De moleculen van een gas bewegen los van elkaar door de ruimte waar het gas in zit. De onderlinge aantrekkingskracht tussen de moleculen is erg klein en de moleculen kunnen grote afstanden afleggen.
• Smelten, verdampen, condenseren en stollen zijn fase-overgangen.
• Om een stof te smelten of te verdampen is energie nodig.
• Als een stof condenseert of stolt, komt er energie vrij.
• Een kleine hoeveelheid water warmt sneller op dan een grote hoeveelheid water als de toegevoerde energie gelijk is.

Slide 7 - Slide

Leerdoelen  6.5 Warmtetransport
  1. Je kunt beschrijven hoe warmtetransport door geleiding plaatsvindt.
  2. Je kunt beschrijven hoe warmtetransport door stroming plaatsvindt.
  3. Je kunt beschrijven hoe warmtetransport door straling plaatsvindt.

Slide 8 - Slide

Hoe verplaatst warmte zich?
Warmtetransport = Het verplaatsen van warmte

Warmte gaat altijd van een hoge temperatuur naar een lage temperatuur.

Dit kan op 3 manieren:
Geleiding -> Vaste stoffen
Stroming -> Vloeistoffen + Gassen
Straling -> Zonder tussenstof

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Warmtetransport
Warmtetransport = hoe warmte zich verplaatst
Altijd van warm naar koud!

3 manieren:
  1. Geleiding
  2. Stroming
  3. Straling

Slide 11 - Slide

Warmtetransport
  • Straling
  • Stroming
  • Geleiding

Slide 12 - Slide

Hoe verplaatst warmte zich?
Geleiding
  • Vaste stoffen, de stof blijft op zijn plaats (doorgeven). 
  • Stoffen die goed warmte doorgeven: Geleiders
  • Stoffen die slecht warmte doorgeven: Isolators

Stroming
  • Vloeistoffen en gassen (zelf brengen)
  • Warmte gaat omhoog, kou gaat omlaag.

Straling
  • Geen tussenstof (gooien)
  • De zon geeft 2 soorten straling:
    Licht
    Warmte (infrarood)

Straling
Stroming

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Absorberen of weerkaatsen
Donkergekleurde voorwerpen absorberen een groot deel van de straling die op ze valt. Daardoor stijgt hun temperatuur. 
Lichtgekleurde en glanzende voorwerpen absorberen maar weinig licht en infrarode straling. Ze kaatsen deze straling grotendeels terug. Daarom krijg je het in een wit T-shirt niet zo snel warm.

Slide 15 - Slide

Samenvatting: 1
Drie soorten van warmtetransport zijn:
• geleiding;
• stroming;
• straling.
Bij geleiding verplaatst de warmte zich door een vaste stof.
• Een warmtegeleider geeft warmte goed door. Metalen zijn goede warmtegeleiders.
• Een isolator laat warmte niet of slecht door. Kunststof, hout, glas, wol en lucht zijn isolatoren.

Slide 16 - Slide

Samenvatting: 2
Bij stroming verplaatst de warmte zich doordat lucht of een vloeistof beweegt.

Bij straling verplaatst de warmte zich door de lucht, door glas of door een lege ruimte.
• Warmtestraling is infrarode straling.
• Voor straling is geen tussenstof nodig.
• Donkergekleurde oppervlakken nemen meer straling op dan lichtgekleurde oppervlakken.



Slide 17 - Slide

Aan de slag!

Maak van paragraaf 6.5
opdracht:  1 t/m 20
Je mag samenwerken!
rood = Iedereen is stil


oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen

groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
timer
10:00

Slide 18 - Slide

Onthoud
• Warmtetransport is verplaatsing van warmte.
• Drie soorten van warmtetransport zijn:
– geleiding;
– stroming;
– straling.
• Bij geleiding verplaatst de warmte zich door een vaste stof.
– Een warmtegeleider geeft warmte goed door. Metalen zijn goede warmtegeleiders.
– Een isolator laat warmte niet of slecht door. Kunststof, hout, glas, wol en lucht zijn isolatoren.
• Bij stroming verplaatst de warmte zich doordat lucht of een vloeistof gaat bewegen.
• Bij straling verplaatst de warmte zich door de lucht, door glas of door een lege ruimte.
– Warmtestraling is infrarode straling.
– Voor straling is geen tussenstof nodig.
– Donkergekleurde oppervlakken nemen meer straling op dan lichtgekleurde oppervlakken.

Slide 19 - Slide

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Slide 20 - Mind map

Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 21 - Mind map

Het is duidelijk waar we met het hoofdstuk aan het werk gaan
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Ik begrijp de leerdoelen van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

De les was leuk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:

  • Zet in je planner!!
  • Maak opdrachten op de examensite

Dank voor jullie aandacht!

Slide 25 - Slide