What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
V3 semanas 6 - 7 capitulo 1
¡Bienvenidos a la clase!
9 / 12 de octubre
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Spaans
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
21 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
80 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
¡Bienvenidos a la clase!
9 / 12 de octubre
Slide 1 - Slide
Plan de hoy
(05) Comenzar la clase + objetivos
(05) ¡Controlar los deberes!
(10) Repasar el verbo 'Gustar'
(05) Juntos comentamos las frases clave
(10) Hacer ejercicio 31
(10) Hacer ejercicio 32
(20) Hacer paso 2 y 3 de la tarea
(05) Terminar la clase + deberes
Slide 2 - Slide
OBJETIVOS DE HOY
Repasar 'gustar'
Hablar sobre gustos y pasatiempos (31 + 32 + 33)
Corregir 27 + 28 + 29
Test diagnóstico
Corregir el test ( & 23 - 29 ? )
VOLGENDE WEEK PROEFWERK capítulo 1
Slide 3 - Slide
este verano mi hermana ha
visitado Francia
.
¿Cuál es tu pasatiempo favorito?
Mi hermana ha conocido a un chico en la playa.
Mi amiga y yo hemos conocido a mucha gente en el camping.
¿Habéis dormido en un hotel?
respuestas 27 pag 27 (deberes)
Slide 4 - Slide
Evalucación de los deberes: GUSTAR pág. 11 + ej. 28 + 29
het werkwoord
gustar
betekent:
leuk / mooi / lekker vinden, houden van
me gusta la música española =
ik vind Spaanse muziek leuk
Letterlijke vertaling: er staat dus eigenlijk:
me = aan mij aan mij bevalt de muziek
gusta = bevalt me gusta la música
Wat je leuk / lekker vindt is het onderwerp, dus:
la música española
Slide 5 - Slide
gusta
= voor 't enkelvoud: bij één ding / persoon/ activiteit
Me gusta el helado
Me gusta correr
gustan
= voor 't m
eervoud: bij dingen / personen meervoud
Me gusta
n
los helados
direct
vóór
gusta(n)
staat wie iets leuk vindt. Hiervoor gebruik je:
me, te, le, nos, os, les
¿Qué te gusta? Me gusta la pizza
vind je iets niet leuk, dan zet je
no
ervoor:
No me gusta (ik vind het niet leuk)
Slide 6 - Slide
gustar (leuk, lekker, mooi vinden)
me ik vind leuk
te jij vindt leuk
le + gusta(n) hem / haar / u vindt leuk
nos wij vinden leuk
os jullie vinden leuk
les zij / u vinden leuk
Slide 7 - Slide
respuestas: 28 a + b + C
Ik hou van hotels.
Hou je van kamperen?
Houden jullie van pizza?
Ja, wij houden van italiaans eten.
Van welk soort muziek houd je?
Ik hou van nummers van Manu Chao
salir y tocar la guitarra -> gusta
la música cl y la música p -> gusta
el deporte -> gusta
jugar al ténis -> gusta
tipos de deporte -> gustan
Slide 8 - Slide
gusta
gusta
gustan
gusta
gusta
gustan
28d
Slide 9 - Slide
me gusta
le gustan
nos gusta
les gustan
os gusta
te gustan
No me gustan
No te gusta
No le gusta
No nos gusta
No os gusta
La fiesta no nos gusta
29 a + b
Slide 10 - Slide
me gusta ir de camping en Francia.
le gustan los hoteles de lujo.
nos gusta hacer surf
no os gustan las películas de miedo.
les gusta ir en moto.
te gusta la comida italiana.
29 C
Slide 11 - Slide
pág. 13 eschucha y repite
Slide 12 - Slide
¡Ahora tú!
- ej. 32 + 33 pág. 30 - 31
- tarea paso 2 + 3 pág. 33-35
bij 32 kies je 1 persoon (Javier of Luz) + schrijf de dialoog op
zorg dat je bij paso 3 alle steekwoorden hebt gebruikt van paso 2c
eerder klaar? maak de D-toets op blz 40 t/m 55 (audio: magister bij HW) Als voorbereiding voor het proefwerk!
Slide 13 - Slide
VOLGENDE WEEK PROEFWERK
Kennen:
- voca 1. 1 t/m 1.4 blz 38-39 wb
- frases clave Nls -> Spa blz 10 + 13 tb (evt met Quizlet, link in classroom)
- voltooid tegenwoordige tijd blz 85-86 tb
- werkwoorden in tegenwoordige tijd: regelmatige blz 10 tb + saber, poner, dar, salir blz 11 tb
- gustar blz 13 tb
Oefenen? maak de D-toets ( de audio voor oef 1 + de antwoorden vind je in classroom)
Slide 14 - Slide
EXTRA
herhalingsbladen voor tijdens het maken van de D-toets
Slide 15 - Slide
D-toets opgave 3B Gramática pag. 11 tb
Slide 16 - Slide
gustar (leuk, lekker, mooi vinden)
me ik vind leuk
te jij vindt leuk
le + gusta(n) hem / haar / u vindt leuk
nos wij vinden leuk
os jullie vinden leuk
les zij / u vinden leuk
Slide 17 - Slide
REPASO voltooid tegenwoordige tijd
hulpwerkwoord
HABER
+
voltooid deelwoord
bijvoorbeeld van hablar:
he
hablado
= ik heb
gesproken
has
hablado
= jij hebt
gesproken
ha
hablado
= hij /zij/ u heeft
gesproken
hemos
hablado
= wij hebben
gesproken
habéis
hablado
= jullie hebben
gesproken
han
hablado
= zij hebben
gesproken
Slide 18 - Slide
blz 10
tb
Slide 19 - Slide
¡Hola V3, bienvenidos a la clase!
16 / 19 de octubre
Slide 20 - Slide
PROEFWERK
Deberes para 25 de octubre:
van capítulo 2 maak je oef 1 + 2 en
leer je voca 2.1 sp-nls
Vais a hacer la prueba final de este capítulo, PW Capítulo 1
Slide 21 - Slide
More lessons like this
V3 semanas 6 - 7 capitulo 1
August 2024
- Lesson with
21 slides
Spaans
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 3
V3 semanas 6 - 7 capitulo 1
September 2022
- Lesson with
21 slides
Spaans
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 3
V3 semanas 6 - 7 capitulo 1
September 2024
- Lesson with
26 slides
Spaans
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 3
Gustar
May 2022
- Lesson with
27 slides
Unidad 4 - En el restaurante PARTE 2 (online)
January 2022
- Lesson with
22 slides
Spaans
MBO
Studiejaar 1,2
Les 4 - H3 - lunes 23 de septiembre 2024
September 2024
- Lesson with
19 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les 4 la comida
May 2022
- Lesson with
20 slides
Spaans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Les 4 la comida
February 2021
- Lesson with
23 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1