Phaedra 443-448
1 / 49
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Sleep de juiste eigenschappen naar de vorm:
relaxa
1
2
3
ev
mv
prae
impf
fut
perf
plq pf
fut ex
A
P
ind
imp
conj
Slide 3 - Drag question
Zoek relaxa op in het woordenboek.
Bij welk lemma vind je het?
Bij welk lemma vind je het?
Slide 4 - Open question
Welke aanvulling verwacht je bij relaxa, nu je de betekenissen weet?
A
LV
B
BwB
C
aanv. in abl
D
MV
Slide 5 - Quiz
Wat is het LV?
Slide 6 - Open question
Welke betekenis van relaxa kies je?
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
vertaling van: Potius annorum memor
mentem relaxa:
mentem relaxa:
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Sleep de juiste eigenschappen naar de vorm:
attolle
1
2
3
ev
mv
prae
impf
fut
perf
plq pf
fut ex
A
P
ind
imp
conj
Slide 11 - Drag question
Wat is de vertaling van attolle?
Slide 12 - Open question
Welke aanvulling verwacht je bij attolle?
A
LV
B
BwB
C
aanv. in abl
D
MV
Slide 13 - Quiz
Wat is het LV?
Slide 14 - Open question
In welke naamval staat noctibus festis?
A
gen
B
dat
C
acc
D
abl
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Vertaling van: noctibus festis facem
attolle
attolle
Slide 17 - Open question
Slide 18 - Slide
Sleep de juiste eigenschappen naar de vorm:
Let op de aantekening!
exoneret
1
2
3
ev
mv
prae
impf
fut
perf
plq pf
fut ex
A
P
ind
imp
conj
Slide 19 - Drag question
Slide 20 - Slide
Welk gebruik van de coniunctivus kies je voor exoneret?
A
wens
B
aansporing
C
mogelijkheid
Slide 21 - Quiz
Wat is het onderwerp van exoneret?
Slide 22 - Open question
Welke aanvulling verwacht je bij exoneret?
A
LV
B
BwB
C
aanv. in abl
D
MV
Slide 23 - Quiz
Wat is het LV?
Slide 24 - Open question
Slide 25 - Slide
Vertaling van: curas Bacchus exoneret graves;
Slide 26 - Open question
Slide 27 - Slide
Sleep de juiste eigenschappen naar de vorm:
fruere
1
2
3
ev
mv
prae
impf
fut
perf
plq pf
fut ex
A
P
ind
imp
conj
Slide 28 - Drag question
Welke aanvulling verwacht je bij fruere?
A
LV
B
BwB
C
aanv. in abl
D
MV
Slide 29 - Quiz
Welk woord staat in de abl?
Slide 30 - Open question
Sleep de juiste eigenschappen naar de vorm:
fugit
1
2
3
ev
mv
prae
impf
fut
perf
plq pf
fut ex
A
P
ind
imp
conj
Slide 31 - Drag question
In welke naamval staat mobili cursu?
A
gen
B
dat
C
acc
D
abl
Slide 32 - Quiz
Zoek mobili op in het woordenboek.
Bij welk lemma vind je het?
Bij welk lemma vind je het?
Slide 33 - Open question
Welke vertaling kies je?
Slide 34 - Open question
facile est
Sleep de juiste eigenschappen naar de vorm:est
1
2
3
ev
mv
prae
impf
fut
perf
plq pf
fut ex
A
P
ind
imp
conj
Slide 35 - Drag question
Wat is het onderwerp bij facile est?
Slide 36 - Open question
Welke functie heeft facile?
A
O
B
LV
C
ND
D
BwB
Slide 37 - Quiz
grata est
Sleep de juiste eigenschappen naar de vorm:est
1
2
3
ev
mv
prae
impf
fut
perf
plq pf
fut ex
A
P
ind
imp
conj
Slide 38 - Drag question
Wat is het onderwerp bij grata est?
Slide 39 - Open question
Welke functie heeft grata?
A
O
B
LV
C
ND
D
BwB
Slide 40 - Quiz
In welke naamval staat iuveni?
A
nom
B
gen
C
dat
D
abl
Slide 41 - Quiz
Sleep de juiste eigenschappen naar de vorm:
Let op de aantekening!
exultet
1
2
3
ev
mv
prae
impf
fut
perf
plq pf
fut ex
A
P
ind
imp
conj
Slide 42 - Drag question
Slide 43 - Slide
Welk gebruik van de coniunctivus kies je voor exultet?
A
wens
B
aansporing
C
mogelijkheid
Slide 44 - Quiz
Wat is het onderwerp van exultet?
Slide 45 - Open question
Sleep de juiste eigenschappen naar de vorm:
iaces
1
2
3
ev
mv
prae
impf
fut
perf
plq pf
fut ex
A
P
ind
imp
conj
Slide 46 - Drag question
In welke naamval staat toro viduo?
A
gen
B
dat
C
acc
D
abl
Slide 47 - Quiz
Zoek viduo op in het woordenboek.
Bij welk lemma vind je het woord?
Bij welk lemma vind je het woord?
Slide 48 - Open question
Welke opmerking(en) in het woordenboek is/zijn hier niet van toepassing?
poët. (poëtisch)
postklass. (postklassiek)
metaf. (metaforisch)
v. bomen of wijnstokken
