3M P2 Les 5 Rekenen en herhaling

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 4

Welkom

Ga zitten volgens de plattegrond.

Pak je schoolspullen: etui, boek, schrift, rekenmachine en wisbordje.

Maak de startopdracht zelfstandig in stilte.

Klaar? Lees de samenvatting van hoofdstuk 7.

Programma

• Startopdracht
• Voorkennis
• Uitleg rekensommen
• Toepassen
• Samenwerkingsopdracht
• Afsluiting

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je:

• Verhoudingen (procenten) berekenen.
  
• Een sociale premie berekenen.
  
• Een uitkering of toeslag berekenen.
  
• De inkomstenbelasting van het brutoloon berekenen.
  
• Het bedrag per inwoner berekenen.
  
• Het begrotingstekort of begrotingsoverschot berekenen.

Voorkennis

Bereken hoeveel procent van de prijs van een sigaret uit accijns bestaat.

In 2024 ontving de overheid € 79,5 miljard aan btw.
Nederland telde in 2024 18 miljoen inwoners.
Bereken hoeveel btw dat gemiddeld per inwoner is.

Uitleg

Miljard naar miljoen

1 miljard = 1 × 1.000 miljoen

Bereken de staatsschuld per hoofd van de bevolking in 2009. Ga uit van 16,5 miljoen inwoners. Rond je antwoord af op hele euro's.

Inkomstenbelasting

Sara verdient € 34.000.

Bereken de inkomstenbelasting.

Inkomstenbelasting

Henk verdient € 72.000.

Bereken de inkomstenbelasting.

Luuk verdient € 85.000 per jaar.

Bereken de inkomstenbelasting.

Procenten

De indirecte belastingen vormen samen 28,6% van de totale inkomsten van de Rijksoverheid.

Bereken de totale inkomsten van de Rijksoverheid.

De directe belastingen vormen samen 35,2% van de totale inkomsten van de Rijksoverheid.

Bereken de totale inkomsten van de Rijksoverheid.

Bereken hoeveel procent van de prijs van een fles Jenever uit accijns bestaat.

Toepassen

Wat? § Rekenen opdracht 1 t/m 16 (blz. 212-213).

Hoe? Zelfstandig met overleg.

Klaar? Maak de plusopdrachten.

Afsluiting

Luuk verdient € 74.000 per jaar.

Bereken de inkomstenbelasting.

Zoek het woord

Wat?

• Beantwoord de vraag.
• Laat het antwoord controleren. 
• Antwoord goed? Je ontvangt een letter.
• Alle vragen beantwoord? Raad het woord.

Hoe? Werk in tweetallen.

Klaar? Maak de plusopdrachten.

Pak je agenda

Datum: 

Maken: § 7.4 opdracht 2 t/m 13 (blz. 190-195).

Leren: leerteksten § 7.1 t/m 7.4.