Basisvaardigheden en basisvaardigheden

Basisvaardigheden klas 3 

Wat te doen?

• Lezen 4.3
• Neerslagreacties
• Leren tabel 4.1, 4.2 en 4.3
• Maken opdr. 20 t/m 26

Doelen

Zie in de inleiding van je boekje basisvaardigheden voor de doelen die je moet kennen en kunnen voor de toets.

In de les is behandeld welke er niet bij horen.

Wat kan je met het GHS systeem?

P-zinnen geven ... aan.

1. voorzorgmaatregelen
2. gevarenaanduidingen
3. eigenschappen
4. brandbaarheid

Er zijn meer metalen in het PS dan niet-metalen.
PS = Periodiek Systeem

1. Waar
2. Niet waar

Wat is geen stofeigenschap?

1. Brandbaarheid
2. Vorm
3. Volume
4. Kleur

Wat is een mengsel?

1. Stof die uit 2 of meer atoomsoorten bestaat.
2. Stof die uit 1 atoomsoort bestaat.
3. Stof die bestaat uit 1 molecuulsoort
4. Stof die uit 2 of meer molecuulsoorten bestaat.

Hoe herken je een zuivere stof?

Zwavelzuur

1. H​2​​SO​4​​
2. H​3​​PO​4​​
3. HNO​3​​
4. HCl

Ammoniak

Warerstofperoxide 

Glucose

Water

Sacharose

NH3

C6H12O6

H2O2

H2O

C12H22O11

Welke ontbreekt nog?
Broom, Stikstof, Jood, Zuurstof, Waterstof, .... , Fluor.

1. C​2​​
2. S​2​​
3. B​2​​
4. Cl​2​​

Hoeveel atomen per soort heeft de formule:

8(NH​4​​)​2​​SO​4​​

1. 8 x N, 64 xH, 8xS en 32 x O
2. 16 x N, 48 x H, 32 x SO
3. 8 x N, 64 x H, 32 x SO
4. 16 x N, 64 x H, 8 x S, 32 x O

Teken de structuurformule van

P​2​​O​5​​

Teken de structuurformule

C​2​​H​6​​O​2​​

Het koken van een eitje is een ... proces.

1. exotherm
2. endotherm

Maak de reactievergelijking kloppend.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Maak de reactievergelijking kloppend

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Maak hem kloppend

Stel de rv op:

1. C​3​​H​8​​+5O​2​​−3CO​2​​+4H​2​​O
2. C​3​​H​8​​+O​2​​−CO​2​​+H​2​​O
3. C​3​​H​8​​−CO​2​​+H​2​​O
4. 2C​3​​H​8​​+10O​2​​−6CO​2​​+10H​2​​O

Stel de rv op:

Stel de volgende rv op