Cursus 3.2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Cursus 3.2: Hoe verloren vorsten hun macht?

Lesdoelen:

Aan het einde van de les:

- Weet je waarom de burgers van Frankrijk in opstand kwamen tegen de koning tijdens de Franse Revolutie.

- Heb je geoefend met het maken van aantekeningen.

 Aantekeningen maken:

- Niet alles letterlijk overschrijven.

- Schrijf de belangrijkste punten op: gebruik steekwoorden.

- Stel vragen.

- Gebruik afkortingen, symbolen, tekeningen, tabellen.

- Schrijf op een manier die duidelijk is voor jezelf.

Wat gaan we doen?

We gaan een filmpje bekijken over de Franse Revolutie. Jij gaat aantekeningen maken zodat je beter kunt onthouden waar het over gaat.

Je schrijft (in het kort) op wat jij denkt dat je moet onthouden.

Ik stel tussendoor een aantal keer een 

vraag om je te helpen. 

lees: De koning heeft geld nodig blz. 98

De koning heeft geld nodig

Frankrijk wordt sinds de Middeleeuwen bestuurd door koningen. 

• Belangrijkste koning Lodewijk XIV (1643-1715) ==> Zonnekoning
• De koningen waren absolute vorsten ==> absolutisme, regeerde met absolute macht

De koning heeft geld nodig

In 1789 waren er problemen in Frankrijk en had de koning geld nodig door:  

• Dure hofleven koning
  
• Kostbare oorlogen
  
• Door de voorrechten van stand 1 en 2 liep staat veel geld mis
  
• Strenge winter + tegenvallen oogsten  hongersnood.
  

Oplossing

• Lodewijk XVI riep in 1789 de Staten-Generaal bij elkaar. Hij hoopte van deze vergadering toestemming voor belastingverhoging te krijgen.
  

De koning heeft geld nodig (standensamenleving)

1. Geestelijkheid: (horen bij de kerk) Geen belasting betalen. Belangrijke baantjes in het bestuur.
2. Adel: geen belasting betalen. Belangrijke baantjes in het bestuur.
3. Boeren en (rijke) burgers: geen rechten alleen plichten.
   

De 3e stand hoopt dat de koning nu eindelijk eens naar hen zou luisteren: verlaging van de belasting of afschaffing van de privilieges. 

Helaas: er gebeurt erg weinig. Dit komt ook omdat er per stand wordt gestemd. En de koning heeft altijd de adel en de geestelijkheid mee.

De leiders van de 3e stand zijn boos en teleurgesteld, en lopen weg...

lees De Franse Revolutie (blz. 99)

De Franse Revolutie

Grondwet:

Koning niet meer alle macht

Rechten voor alle burgers

De Franse revolutie

Grondwet augustus 1789:

• Afschaffing van standensamenleving
  
• Iedereen heeft dezelfde grondrechten
  
• Edelen mogen geen belasting meer vragen en geen diensten vragen
  

Bestorming van de Bastille

14 juli 1789

lees Napoleon blz. 100 en 103

Huiswerk:

Maak opdracht 1 t/m 5 van cursus 3.2 over de Franse standenmaatschappij en de Franse Revolutie.

Napoleon 

• Na onthoofding Lodewijk XVI kwam er een regering van veel geweld --> terreur (schrikbewind)
• Generaal Napoleon veroverde veel land en was populair
• Napoleon zette in 1799 de regering af en werd consul,  hij was een dictator, later kroonde hij zichzelf tot keizer.

https:

https:

lees ondertussen in Nederland blz. 100

en Bataafse Revolutie blz. 101

Ondertussen in Nederland

Eind 18de eeuw Patriotten  in Nederland --> zij komen op voor het vaderland

• Ze willen dat het volk zelf hun bestuurders konden kiezen
• Nederland werd bestuurd door stadhouders + regentenfamilies --> vergelijkbaar met absolute macht
• --> democratische revolutie
  

www.hetklokhuis.nl

De Bataafse Revolutie

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen