3M - L15 P1 - woorden wegbeschreibung + MO's

1 / 42
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

spreekopdracht Kunde ist König (MO1)

toetsweek: Montag & Mittwoch

Slide 2 - Slide

Beoordeling:
inhoud 
communicatie
uitspraak
grammatica
vloeiendheid

Slide 3 - Slide

Hoe spreek je 'ä' uit?
A
als a of aa
B
als e of ee
C
als aj
D
als eu

Slide 4 - Quiz

Hoe spreek je 'u' uit?
A
als [uu] in vuur
B
als [oo] in boot
C
als [oe] in boek
D
als [ui] in huis

Slide 5 - Quiz

Hoe spreek je de Duitse letter z als in "zehn zahme Ziegen ziehen..." uit?
A
als 'ts', als in Duitser
B
als Nederlandse z, als in zomer
C
als Nederlandse s, als in soep
D
In het Duits wordt deze letter niet uitgesproken

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Was wisst ihr noch?

Was wisst ihr noch über das Thema 'Wegbeschreibung'? 

Beantworte die Fragen auf den nächsten Slides. 

Slide 9 - Slide

rechtdoor

Slide 10 - Open question

naar rechts

Slide 11 - Open question

Gaat u hier de trap op.

Slide 12 - Open question

Neem de lift naar de eerste verdieping.

Slide 13 - Open question

Ga aan het einde van de gang naar links.

Slide 14 - Open question

die Aufgabe Teil 1
Jullie gaan 2 routebeschrijvingen maken in het Duits.


De eerste routebeschrijving geeft aan hoe je vanaf hier bij  bij lokaal 115 komt.

Je mag enkele steekwoorden op je spiekbriefje opschrijven.
Deze opdracht is individueel.


Slide 15 - Slide

Darf ich Sie etwas fragen?

Slide 16 - Open question

die Aufgabe, Teil 2
Jullie gaan 2 routebeschrijvingen maken in het Duits.

Leg uit hoe je vanaf hier bij de HEMA in Hardenberg komt.

Je mag een spiekbriefje met steekwoorden maken en meenemen.
Deze opdracht is individueel.


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

a - kort   →   Katze
a - lang  →  Bahn

o - kort   →  Bonn
o - lang →  Boot

u  - kort  →  kurz
u  -  lang   →  Huhn

e  - kort   →   denn
e  - lang   →   drehen


ä  - kort  → Märchen
ä   - lang   → Käse

ö  -  kort  → völlig
ö  - lang → hören

ü - kort  → Hülle
ü  -  lang  →  Tüte

i  - kort  → ich
i(e)  - lang  → liebe

Slide 19 - Slide

y  →  Typ
maar niet in leenwoorden!
(Hobby / Baby)

ei → reisen

au  →  Haus
aü  → Häuser

eu → Heute




G-klanken
begin van het woord? Goodbye
Ach-Laute
Ich-Laute

Z → Zaun

s  → sie
sp  → spielen
sch  → Schiff

Slide 20 - Slide

Tips
- luister / check hoe iets wordt uitgesproken
- maak de lange klinkers ook echt lang
- na een K / P / T een extra H uitspreken
- vermijd Engels!

Slide 21 - Slide

Aussprache

Slide 22 - Slide

Hoe zeg je? 'Pardon, mag ik u iets vragen?'

Slide 23 - Open question

Wat betekent "in der Nähe"?

Slide 24 - Open question

Hoe zeg je: "Hoe kom ik bij de dierentuin? "

Slide 25 - Open question

Hoe zeg je: "Bedankt voor uw hulp. Dag!"

Slide 26 - Open question

Hoe spreek je de Duitse letters ch voor o en a , als in machen en noch uit?
A
Als ch in het Nederlands, 'zonder lucht'
B
Als de x in Xander.
C
Altijd zachter dan in het Nederlands, 'met lucht'
D
Voor de a als in het Nederlands, na de o 'met lucht'

Slide 27 - Quiz

Hoe spreek je de Duitse letters ch voor i en e , als in ich und echt uit?
A
Altijd zachter dan in het Nederlands, 'met lucht'
B
Altijd hetzelfde als in het Nederlands
C
Als de k in breken
D
Na de i, 'met lucht', zachter, na de e als in het Nederlands

Slide 28 - Quiz

Und jetzt du!  Nr. 1 und 4
1.        Zehn zahme Ziegen ziehen zehn Zentner Zement
                   zum Zahnarzt, zum Zementieren zerbrochener Zähne.

2.        Machen Drachen nachts echt  noch freche Sachen,
               oder lachen Drachen Mittwochs acht freche Lacher?

Slide 29 - Slide

Zungenbrecher 
  1. Schatz, schau: Schönis schöne Schwester schwänzt schon wieder.
  2. Schneiders Schere schneidet scharf, scharf schneiedet Schneiders Schere.

Slide 30 - Slide

Zungenbrecher 

  1. Selten ess' ich Essig: ess' ich Essig, ess' ich Essig mit Sallatz.
  2. Sommer, Sonne, Sonnenbrand, sang Susi sonnabends am Strand.

Slide 31 - Slide

5

Slide 32 - Video

00:20
Hoe vraagt ze of de Goetheplatz in de buurt is?
A
Ist das hier in der Straße?
B
Ist das hier in der Nähe?
C
Ist das hier um die Ecke?
D
Ist das hier in Berlin?

Slide 33 - Quiz

00:24
"Es ist gar nicht weit von hier."
De Goetheplatz is:
A
dichtbij
B
ver weg

Slide 34 - Quiz

00:32
Wat betekent "50 meter geradeaus"?

Slide 35 - Open question

00:50
Hoe veel meter moet ze rechtdoor?

Slide 36 - Open question

00:56
Das ist eine Ampel!

Slide 37 - Slide

Op de hoek naar rechts =
A
An der Straße nach rechts
B
An der Ecke nach rechts

Slide 38 - Quiz

Was ist das?
A
das Stopplicht
B
der Imbiss
C
der Kino
D
die Ampel

Slide 39 - Quiz

Was ist das?
A
een winkel
B
een tankstation
C
een snackbar
D
een bakkerij

Slide 40 - Quiz

Was ist das?
A
Der Hauptbahnhof
B
die Polizeiwache
C
das Rathaus
D
das Krankenhaus

Slide 41 - Quiz

Was ist das?
A
die U-Bahn
B
die Subway
C
der Bus
D
der Zug

Slide 42 - Quiz