Zie itslearning voor de planning en het voorbereidingsdocument!
5. Donderdag 20-2 7e en 8e uur inhalen ST H1, 2 en 3!
Slide 4 - Slide
Start hoofdstuk 4: het zintuigstelsel (boek B)
Startopdracht:
Maak opdracht 2 en 3 van paragraaf 4.1
Lees als je klaar bent vast de theorie op blz. 9, 11 en 13.
timer
4:00
Slide 5 - Slide
Leerdoelen 4.1
Eindexamen:
Je kunt uitleggen dat prikkels uit de omgeving door zintuigen omgezet worden in impulsen die naar het centraal zenuwstelsel geleid worden, waardoor waarneming kan plaatsvinden: drempelwaarde, adequate prikkel, gewenning, motivatie.
Slide 6 - Slide
Zintuigen
Welke 5 zintuigen heb je?
Slide 7 - Slide
Een prikkel
Prikkels: Alle veranderingen in je omgeving waar je op kan reageren.
- Inwendige prikkels: uit je eigen lichaam
- Uitwendige prikkels: van buitenaf
Slide 8 - Slide
Adequate prikkel
Een prikkel waar het zintuig gevoelig voor is, heet een adequate prikkel voor dat zintuig.
Maak opdracht 5 op blz. 10
timer
3:00
Slide 9 - Slide
Prikkels en impulsen
Een prikkelis een berichtje (uit de omgeving) dat wordt opgevangen in een zintuig.
In je zintuig wordt zo'n prikkel omgezet in een elektrisch stroompje, dat noem je een impuls
Slide 10 - Slide
Het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit: zenuwen, ruggenmerg en hersenen.
De hersenen en het ruggenmerg heten samen het centraal zenuwstelsel.
Alles wat je lichaam doet wordt geregeld door het zenuwstelsel.
Slide 11 - Slide
Drempelwaarde
Drempelwaarde: de minimale sterkte van een prikkel waar een zintuig op reageert.
Gewenning: als een prikkel lang duurt, dan reageert een zintuig niet meer.
Motivatie: kan de drempelwaarde verlagen.
Overleg met elkaar en bedenk een voorbeeld bij gewenning en motivatie.
timer
1:30
Slide 12 - Slide
Maken
Zie itslearning
timer
8:00
Slide 13 - Slide
Extra oefening
Slide 14 - Slide
Wat voor prikkels zijn dorst en geluid?
A
Dorst een inwendige en geluid een uitwendige
B
Dorst een uitwendige en geluid een inwendige
C
Beide zijn inwendige prikkels
D
Beide zijn uitwendige prikkels
Slide 15 - Quiz
Wat is een adequate prikkel?
A
De prikkel waar een zintuig niet op reageert
B
Een prikkel die steeds maar doorgaat.
C
De minimale sterkte van een prikkel
D
De prikkel waar een zintuig op reageert
Slide 16 - Quiz
Wat is de adequate prikkel van je tastzintuig?
A
Aanraking
B
Druk
C
Koude
D
Warmte
Slide 17 - Quiz
Een adequate prikkel voor het gezichtszintuig is:
A
licht
B
geur
C
kou
D
warmte
Slide 18 - Quiz
Zet in de juiste volgorde!
hersenen
zenuw
impuls
zintuig
prikkel
waarneming
Slide 19 - Drag question
Heeft de neus van een hond een hogere of een lagere drempelwaarde dan jouw neus?
A
Hij is gevoeliger dus een hogere drempelwaarde
B
Hij is minder gevoelig dus een hoger drempelwaarde
C
Hij is gevoeliger dus een lagere drempelwaarde
D
Hij is minder gevoelig dus een lagere drempelwaarde
Slide 20 - Quiz
Als je in deze flat woont, hoor je het verkeer op een gegeven moment niet meer. Hoe komt dat?