Klas 2 ch2 - bron E

BONJOUR &
BIENVENUE
1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

BONJOUR &
BIENVENUE

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Programme
Voca A & B
Écrire
Bron D
Au travail!
Quiz

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Rigoler
attendre
casse-pied
ce soir
choisir
dormir
heureusement
parce que
Lachen
vanavond
slapen
omdat
vervelend
wachten
gelukkig
kiezen

Slide 5 - Drag question

Au travail!
- Maak een poster over jezelf, familie, dieren (leeftijd, karakter en wat jullie graag doen) of Het mag ook in een stripverhaal (Toonytool).

- Maak Slim Stampen bron H en haal boven de 80%

- Kijk ch2 na. Heb je alle huiswerkopdrachten gemaakt? Ga dan verder met leren EFG



Slide 6 - Slide

Réponds!
- Tu as des frères ou des sœurs?

- Qu'est-ce que vous aimez faire?

- Tu as un animal?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Les devoirs: faites les exercices E. 20, 21 & 22 à la page 76
Apprenez voca AB + phrases-clés C (pages 88 & 90)

Slide 10 - Slide

Au revoir!

Slide 11 - Slide

Kennen en kunnen
Kennen:
- Ik ken een aantal regelmatige ww'en op 'er' in het Frans.
-Ik ken de regel voor het vervoegen van de regelmatige werkwoorden op 'er' in het Frans.
Kunnen:
-Ik kan de regelmatige werkwoorden op 'er' vervoegen

Slide 12 - Slide

een grote groep
Veel werkwoorden in het Frans eindigen op 'er'.
Dit is een grote groep.
Vervoegen gaat met alle werkwoorden uit deze groep hetzelfde. 

Slide 13 - Slide

Welke werkwoorden die eindigen op -er ken je al?

Slide 14 - Mind map

Het werkwoord 'habiter'
Wat betekent dit werkwoord ook al weer? 

Slide 15 - Slide

J'habite dans la maison.

Slide 16 - Slide

Tu habites aux Pays-Bas.

Slide 17 - Slide

Il habite en Espagne.
Elle habite en Espagne.
On habite en Espagne. 

Slide 18 - Slide

Nous habitons à Paris.

Slide 19 - Slide

Vous habitez à Amsterdam.

Slide 20 - Slide

Ils habitent à Londres.
Elles habitent à Londres.

Slide 21 - Slide

Wat kun jij concluderen/ wat heb jij ontdekt?

Slide 22 - Open question

Les verbes réguliers en -ER

Slide 23 - Slide

Vous avez compris? 

 1. Nous (aimer)__________la gym.
2. On (danser)_________souvent
                        3. J' (écouter)_____________bien la musique
4. Vous (donner)__________ un cadeau
5. Tu (aider)_________ ton copain


Slide 24 - Slide

Il y a des questions?

Slide 25 - Mind map

Slide 26 - Link