13-04-2023 H1A gram herhalen bijv nw

Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in de tas

Boek op tafel


timer
4:00
Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in je tas

Boek op tafel

Bonjour à tous!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in de tas

Boek op tafel


timer
4:00
Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in je tas

Boek op tafel

Bonjour à tous!

Slide 1 - Slide

Donderdag 20 april
SO EFGH hoofdstuk 5

Wat moet je leren?
- Voca E + F (blz.41)
- Phrases-clés G (blz.42)
- Grammaire H (bijvoeglijk naamwoord) (blz.43)
- avoir, être, werkwoorden op -er

Slide 2 - Slide

Aujourd'hui:
- Réviser des phrases
- Je vais apprendre...
- Réviser le grammaire
- Au travail!

Slide 3 - Slide

Réviser des phrases
Wat is ''ik heet .... '' in het Frans?

Wat is ''Ik ben 12 jaar oud'' in het Frans?

Wat is ''Ik woon in Zevenaar'' in het Frans?

Slide 4 - Slide

Je vais apprendre...

Aan het eind van de les kan ik het bijvoeglijk naamwoord gebruiken in het Frans.


Hoe zat het ookal weer?

Slide 5 - Slide

In het Nederlands
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zinnen? 
-> Ik heb een rode auto.
-> De kat is schattig.

Slide 6 - Slide

In het Frans
In het Frans past het bijvoeglijk naamwoord zich aan 
aan het zelfstandig naamwoord waar het bijhoort.

-> le chat est mignon

  


Slide 7 - Slide

Hoe werkt het bijvoeglijk naamwoord in het Frans?
Zelfstandig nw mannelijk enkelvoud -> je zet niks achter het zelfst. nw
Zelfstandig nw vrouwelijk enkelvoud-> +e achter het zelfst. nw
Zelfstandig nw mannelijk enkelvoud -> +s  achter het zelfst. nw
Zelfstandig nw  vrouwelijk meervoud -> +es  achter het zelfst. nw
      m
       v
    enk
       -
     +e
    mv
     +s
    +es
-> La piscine est grande

Slide 8 - Slide

Voorbeelden
Le sac à dos (rouge) -> le sac à dos rouge
Ma soeur est (grand) -> ma soeur est grande
Les garçons (intelligent) -> les garçons intelligents
Mes copines sont (grand) -> mes copines sont grandes
      m
       v
    enk
       -
     +e
    mv
     +s
    +es

Slide 9 - Slide

Als het bijvoeglijk naamwoord al eindigt op een 'e' of 's' ..... 

La voiture rouge
Les sacs à dos gris.

      m
       v
    enk
       -
     +e
    mv
     +s
    +es

Slide 10 - Slide

Uitzonderingen




Het schema werkt voor 3 woorden niet, dat zijn de woorden:
  - beau (mooi)
- nouveau (nieuw)
 - vieux (oud)

Slide 11 - Slide

Exercice
               

  Mon frère est (beau) __________
  Les garçons sont (sympa) ________
  Mes soeurs sont (beau) _________
  La voiture est (rouge) ________
  Les maisons sont (vieux) ________

  
    
    







timer
3:00
Vul het juiste bijvoeglijk naamwoord in. 
Je maakt de opdracht alleen en in stilte. 
3 min de tijd
      m
       v
    enk
       -
     +e
    mv
     +s
    +es

Slide 12 - Slide

Au travail!
Wat: maak het werkblad
Tijd: tot het einde van de les

Klaar? -> steek je hand op, dan geef ik je het nakijkblad

Slide 13 - Slide

Je vais apprendre...


Aan het eind van de les kan ik het bijvoeglijk naamwoord gebruiken in het Frans.

Slide 14 - Slide