H6 de Arbeidsmarkt

Economie 3havo

Kopen en Werken: 6.2 Arbeidsmarkt



1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Economie 3havo

Kopen en Werken: 6.2 Arbeidsmarkt



Slide 1 - Slide

Lesdoelen van vandaag
Aan het einde van deze les..
  1. Weet je wie de vragers en aanbieders op de arbeidsmarkt zijn.
  2. Weet je wat de begrippen beroepsbevolking, werkgelegenheid en vacatures inhouden.
  3. Weet je hoe het loon tot stand komt.
  4. Weet je hoe je de arbeidsproductiviteit berekent.

Slide 2 - Slide

Aanbod van arbeid
Werkende zelfstandigen, werknemers en werklozen.
= Beroepsbevolking
= Aanbod van arbeid

Werklozen die zich aanbieden direct te kunnen werken!

Slide 3 - Slide

Vraag naar arbeid
Werkende zelfstandigen en werknemers zijn samen de werkgelegenheid.

Vacatures zijn banen waar werkgevers geen werknemers voor gevonden hebben.

Slide 4 - Slide

Vragers en aanbieders op de arbeidsmarkt

Slide 5 - Slide

Arbeidsproductiviteit
  • Gemiddelde productie per werkende
  • Productie per persoon per periode





Arbeidsproductiviteit=WerkgelegenheidProductie(waarde)

Slide 6 - Slide

Hoe zou de arbeidsproductiviteit verhoogd kunnen worden?

Slide 7 - Open question

De jaarlijkse productie van Iphones bedraagt 56 miljoen iPhones. Er zijn 2.000 werknemers in dienst. Wat is de arbeidsproductiviteit?

Slide 8 - Open question

De werkgelegenheid bestaat uit:
A
Werkende zelfstandigen, werkenden en vacatures
B
Werkende zelfstandigen en werkenden.
C
Werkenden en vacatures.
D
Werkenden.

Slide 9 - Quiz

Het loon op de arbeidsmarkt wordt bepaald door:
A
De betalingsbereidheid van werkgevers.
B
Het minimumloon voor werknemers.
C
Het snijpunt tussen de vraag- en aanbodlijn op de arbeidsmarkt.
D
Het loon kan niet bepaald worden door de arbeidsmarkt.

Slide 10 - Quiz

Lesdoelen van vandaag
Aan het einde van deze les..
  1. Weet je wie de vragers en aanbieders op de arbeidsmarkt zijn.
  2. Weet je wat de begrippen beroepsbevolking, werkgelegenheid en vacatures inhouden.
  3. Weet je hoe het loon tot stand komt.
  4. Weet je hoe je de arbeidsproductiviteit berekent.

Slide 11 - Slide