4 basis onderwerpen examen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

4 basis onderwerpen examen

Schrijf 178 230 000 met het woord miljoen. Rond af op een decimaal.

1. 1,8 miljoen
2. 178,2 miljoen
3. 178, 3 miljoen
4. 178230 miljoen

Schrijf 87 560 000 000 met het woord miljard. Rond af op een decimaal.

1. 87 miljard
2. 87, 5 miljard
3. 87, 6 miljard
4. 87560 miljard

4 van de 16 is hoeveel in procenten?

1. 75%
2. 25%
3. 40%
4. 4%

Een volwassene is ongeveer ... meter lang.

Een gebouw heeft 5 verdiepingen. Hoeveel meter hoog is dit gebouw?

Welke oppervlakte-eenheden missen in dit rijtje?
km² - hm² - ... - m² - dm² - cm² - ...

1. dm² - mm²
2. dem² - m²
3. ham² - m²
4. dam² - mm²

cm is een eenheid van

1. gewicht
2. lengte
3. inhoud
4. temperatuur

3000 cm = ........ m

1. 30
2. 300
3. 3
4. 0,3

8,5m​2​​=.........cm​2​​

1. 850
2. 8 500
3. 85 000
4. 850 000

0,5 m = .... cm

1. 5
2. 0,05
3. 0,5
4. 50

200mm=.....cm​​​

1. 20 cm
2. 2000 cm
3. 20000 cm
4. 2 cm

In een dag zit ... uur.

Tim fiets 16 km per dag. Hoeveel km fietst hij in een jaar?

Hoeveel km wandel je ongeveer in een uur?

Zijn er moeilijke onderwerpen over hoofdstuk 5 Rekenen, meten en schatten?

Welk vlakke figuur is dit?

1. vierhoek
2. rechthoek
3. ruit
4. vierkant

Welk vlakke figuur is dit?

1. rechthoekige driehoek
2. gelijkzijdige driehoek
3. gelijkbenige driehoek
4. ruit

Welke figuren zijn vlakke figuren?

1. 2, 7, 8
2. 1, 3, 4, 5
3. 1,3,8
4. geen

Het dak van een huis ziet eruit als een prisma. Uit welke figuren bestaan de vlakken van dit dak?

1. vierkanten en parallellogrammen
2. driehoeken en parallellogrammen
3. driehoeken en rechthoeken
4. vierkanten en rechthoeken

Welk vlakke figuur is dit?

1. Ruit
2. Diamant
3. Vlieger
4. Gewone/onregelmatige vierhoek

Een cirkel is ... graden.

Een hoek van 70 graden noemen wij een ....

1. Gestrekte hoek
2. Scherpe hoek
3. Stompe hoek
4. Rechte hoek

Welke berekening hoort bij hoek B2?

1. 180 - 44
2. 360 - 44

Hoe groot is hoek C?

1. 180 graden
2. 90 graden
3. 100 graden
4. 40 graden

Je ziet hier vlieger ABCD
Hoeveel graden is hoek A?

1. overstaande hoek dus 45graden
2. Dat kan je zien A = B = D =98graden
3. 360 -98 -98 -45 =119graden
4. Dat kun je niet berekenen.

Bereken de oppervlakte van het terras. Schrijf ook de berekening en de eenheid op.

1. 4 + 2,75 = 6,75 m2
2. 4 x 2,75 = 11 m2
3. 4 + 2,75 + 4 + 2,75 = 13,5 m
4. 4 x 2,75 = 11 m

Schaal 1 : 80
Schaalmodel is 7 cm.

Bereken de werkelijkheid

1. 870
2. 120
3. 560
4. 480

Welke schaal hoort er bij deze schaallijn?

1. 1:200
2. 1:1200
3. 1:20000
4. 200:1200

Hebben deze formules een stijg- of een daalgetal?

1. stijggetal
2. daalgetal

Formule 1: tijd = 6 + 4a
Formule 2: tijd = 6 + 2a

Welke formule(s) hoort/horen bij de tabel?

1. Formule 1
2. Formule 2
3. Beide formules
4. Geen van beide formules

Bij een lineair verband kun je altijd een grafiek tekenen. De grafiek heeft altijd ........

1. een kromme lijn
2. een rechte lijn

Los op met inklemmen betekent:

1. Getallen invullen in de formule
2. Getallen opschrijven zonder tabel
3. Een oplossing zoeken door de grafiek te tekenen
4. Geen enkel antwoord is goed

Welk wiskundig ruimtefiguur?

1. cilinder
2. piramide
3. blik
4. bol

Deze ruimtefiguur is een...

1. bol
2. balk
3. kegel
4. cilinder

Dit ruimtefiguur is een...….

Dit ruimtefiguur is een...

1. Kubus
2. Balk
3. Prisma
4. Bol

Deze ruimtefiguur is een ...

1. bol
2. balk
3. kegel
4. cilinder

Wat voor ruimtefiguur is dit?

1. balk
2. prisma
3. piramide
4. kegel

Uit welke ruimtefiguren bestaat dit samengestelde ruimtefiguur?

1. prisma en balk
2. balk en kegel
3. piramide en cilinder
4. kegel en cilinder

Hoeveel ribben heeft dit ruimtefiguur?

1. 6
2. 8
3. 10
4. 12

Wat is de inhoud van
de balk?

1. 75m​3​​
2. 60m​3​​
3. 25m​3​​
4. 45m​3​​

Inhoud balk =

1. lengte x breedte
2. lengte x breedte x hoogte
3. alle zijden bij elkaar optellen
4. lengte x breedte x hoogte : 2

In punt C staat een berghut.
Kan Arjanne de berghut zien?
Leg je antwoord uit.

1. Ja, omdat het donkere gebied ligt
2. Nee, omdat de berg (top) er tussen ligt.
3. Ja, omdat Arjanne hoger ligt
4. Nee, omdat het tussen twee hoogtelijnen moet liggen

Leg uit tussen welke hoogtes de top moet liggen.

1. A ligt tussen 280m en 290m, kijk maar naar de hoogtelijnen.
2. A ligt tussen 300m en 310m, kijk maar naar de hoogtelijnen.
3. A ligt tussen 280m en 320m, kijk maar naar de hoogtelijnen.
4. A ligt tussen de 280m en de 300m, kijk maar naar de hoogtelijnen.