Les 3: H1 S1+S2+S3: val Romeinse rijk

Grieken en Romeinen

Tijdvak 2: Grieken en Romeinen

3000 v.C. - 500 n.C.

Ik kan uitleggen welke uitgangspunten er bij het christendom horen.

Ik kan uitleggen waarom de Romeinen de veroverde gebieden gingen romaniseren

S3: ik kan uitleggen hoe het Romeinse rijk uit elkaar viel.

Verder:

Hoofdstuk 2:  Grieken en Romeinen
Paragraaf 2.3 + 2.4: 
Opdrachten: alles

1. Ik kan een beeld vormen van de invloed van het christendom tijdens het Romeinse Rijk.

S1: Ik kan uitleggen welke uitgangspunten er bij het christendom horen.

S2: Ik kan uitleggen waarom de Romeinen de veroverde gebieden gingen romaniseren

S3: Ik kan uitleggen hoe het Romeinse Rijk uiteindelijk uit elkaar viel.

Waardoor zou het Romeinse Rijk gevallen kunnen zijn? (Ophouden te bestaan)

S3: Ik kan uitleggen hoe het Romeinse Rijk uiteindelijk uit elkaar viel.

- economische crisis: ging slecht waardoor er minder geld was voor het leger. 

- Volkeren kregen daardoor ruimte om zich te verzetten tegen het Romeinse Rijk. 

- Volksverhuizing:  Op zoek naar rust en veiligheid waren complete volken vanuit het oosten van de wereld op drift. Dit heet de Grote Volksverhuizing

Verder:

Hoofdstuk 2:  Grieken en Romeinen
Paragraaf 2.4:  Roma Aeterna
Opdrachten: alles

S1: Ik kan uitleggen welke uitgangspunten er bij het christendom horen.

1) monotheïstische religie (1 god).

2) Er is leven na de dood (hemel/hel).
3) De bijbel: nieuwe en oude testament 

Oude testament --> Jodendom
Nieuwe testament --> Jezus

De Romeinen werden bekend om hun cultuur. Zo bouwden zij als eersten met bogen en beton aquaducten en andere publieke gebouwen, zoals het Colosseum.

S2: Ik kan uitleggen waarom de Romeinen de veroverde gebieden gingen romaniseren

Romanisering: veroverde volkeren nemen de Romeinse cultuur over.

- Hierdoor gingen volkeren zich ook Romeins voelen en kwamen ze minder snel in opstand (Leerden Latijns en werden christelijk)

- Romeinen zagen hun eigen cultuur als de beste. 

- Samenwerking was goed voor de handel.

S1: Ik kan uitleggen welke uitgangspunten er bij het christendom horen.

1) monotheïstische religie (1 god).

2) Er is leven na de dood (hemel/hel).
3) De bijbel: nieuwe en oude testament 

Oude testament --> Jodendom
Nieuwe testament --> Jezus

1. Ik kan een beeld vormen van de invloed van het christendom tijdens het Romeinse Rijk.

S1: Ik kan uitleggen welke uitgangspunten er bij het christendom horen.

S2: Ik kan uitleggen waarom de Romeinen de veroverde gebieden gingen romaniseren

S3: Ik kan uitleggen hoe het Romeinse Rijk uiteindelijk uit elkaar viel.