3.4 Spreekopdracht

As-salaamoe aleikoem 2MH,
Stop je telefoon in de telefoonzak.
Ga stil op je (vaste) plek zitten.
Haal je lesmateriaal uit je tas en leg deze op je tafel.
Geen jassen in het lokaal en tas van tafel.
Pak je leesboek voor je.
Luister aandachtig naar mevrouw Özkara.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

As-salaamoe aleikoem 2MH,
Stop je telefoon in de telefoonzak.
Ga stil op je (vaste) plek zitten.
Haal je lesmateriaal uit je tas en leg deze op je tafel.
Geen jassen in het lokaal en tas van tafel.
Pak je leesboek voor je.
Luister aandachtig naar mevrouw Özkara.

Slide 1 - Slide

As-salaamoe aleikoem 2MH,
Stop je telefoon in de telefoonzak.
Ga stil op je (vaste) plek zitten.
Haal je lesmateriaal uit je tas en leg deze op je tafel.
Pak je leesboek voor je.
Luister aandachtig naar mevrouw Ozkara

Slide 2 - Slide

As-salaamoe aleikoem 2MH,
Pak een leesboek uit de kast.
Stop je telefoon in de telefoonzak.
Ga stil op je (vaste) plek zitten.
Haal je lesmateriaal uit je tas en leg deze op je tafel.
Geen jassen in het lokaal en tas van tafel.
Luister aandachtig naar mevrouw de Roock.

Slide 3 - Slide

Recitatie
Hadith van de week
Absentie
De profeet (vzmh) zei: “Hoe wonderlijk is de zaak van de gelovige. Alles wat hem overkomt, is goed.” (Muslim)
''Ja, mevrouw.''

Slide 4 - Slide

Leesmoment
timer
10:00
Ik lees bladzijde 28 tot en met 30 zelfstandig met mijn mond dicht.

Slide 5 - Slide

Leesmoment



Pak je leesboek voor je. Laten we in rust lezen!

In tussentijd doe ik de absentie!
timer
15:00

Slide 6 - Slide

Huiswerk- en materiaalcheck
timer
2:00
Neem het huiswerk in stilte voor je. Blz 56
Lesboek, twee schriften, pen.

Slide 7 - Slide

1. Gedijen= goed ontwikkelen vb. Gestolen goed gedijt niet. (Als je iets steelt, heb je daar weinig plezier van)
2. Geciviliseerd= beschaafd vb. Die man ziet er geciviliseerd uit.
3. Emigreren=verhuizen naar een ander land dan waar je geboren bent vb. Sommige Nederlandse boeren emigreren met hun bedrijf naar Canada.
4. Immigreren= verhuizen naar (Nederland) terwijl je in een ander land geboren bent vb. Gastarbeiders zijn geïmmigreerd naar Nederland.
5. Stichten= het laten ontstaan/ oprichten vb. Veel mensen hebben gestemd op een partij die graag vrede wil stichten in het Midden-Oosten.
Woorden van week 2

timer
7:00

Slide 8 - Slide

Terugblik
Verwijswoorden verwijzen naar andere woorden in een tekst.
Er zijn verschillende soorten:

Voornaamwoorden: hij, zij, dit, die, mijn, zijn.
Bijwoorden: daar, hiervan, toen, waar.
Synoniemen: woorden met dezelfde betekenis.

Het is belangrijk om duidelijk te maken waarnaar een verwijswoord verwijst om verwarring te voorkomen.

Slide 9 - Slide

Instructie
Bladzijde 130  van je lesboek.
 Voorzetsels
Bijwoorden 


Slide 10 - Slide

Lesdoel(en)
Aan het eind van de les kun je:

- een interview houden om meer te leren over meertaligheid.









Slide 11 - Slide

Instructie 

Slide 12 - Slide

Instructie 

Slide 13 - Slide

Instructie 

Slide 14 - Slide

Instructie 

Slide 15 - Slide

Instructie 

Slide 16 - Slide

Instructie 

Slide 17 - Slide

Instructie 

Slide 18 - Slide

We gaan kijken naar een interview. We doen dit twee keer.

Lees eerst de vragen bij opdracht 1.

Dit eerste keer moet je heel goed luisteren, en bij de tweede keer kan je de vragen beantwoorden.

Instructie 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Aan het werk
Wat moet ik doen?
- Maken les 3.4> Opdrachten 1 t/m 10
Hoeveel tijd heb ik?
- 50 minuten
Wat als ik klaar ben?
- theorie van 3.1, 3.2 en 3.3 leren
- opdrachten nakijken
Wat als ik een vraag heb?
Steek je je vinger op!
timer
50:00

Slide 21 - Slide

Huiswerk
Afsluiting & opbergen van lesmateriaal
Recitatie
Alle opdrachten van les 6 vanaf bladzijde 130.

Slide 22 - Slide