Temperatuur wordt weergegeven in graden Celsius, Kelvin.
Omrekening factoren staan in ook BINAS
0 K = -273 oC
Slide 8 - Slide
Celsius en Kelvin
Slide 9 - Slide
Celsius en Kelvin
A
Van Celsius naar Kelvin
+273
B
Van Celsius naar Kelvin
- 273
C
Van Kelvin naar Celsius
-273
D
Van Kelvin naar Celsius
+273
Slide 10 - Quiz
Reken uit wat de temperatuur in K is als het -173 graden celsius is
A
-100 K
B
100 K
C
446 K
D
- 446 K
Slide 11 - Quiz
373 K = ... graden Celsius
A
0 K
B
100 K
C
273 K
D
373 K
Slide 12 - Quiz
Warmte en temperatuur
De elektrische energie (E) die de dompelaar opneemt, wordt volledig omgezet in warmte (Q).
Anders gezegd Q is gelijk aan E
Slide 13 - Slide
Warmte berekenen
Slide 14 - Slide
Warmte en temperatuur
De hoeveelheid energie kun je berekenen met de formule:
De hoeveelheid warmte kun je berekenen met de formule:
E=P⋅t
Q=E=P⋅t
Slide 15 - Slide
Warmte berekenen
P = vermogen (watt)
t = tijd (seconden)
Q = warmte (Joules)P invult in watt en de tijd in seconden
Q=E=P⋅t
Slide 16 - Slide
Warmte berekenen
Soms moet je eerst het vermogen uitrekenen.
Q=E=P⋅t
P=U⋅I
E=Q=U⋅I⋅t
Slide 17 - Slide
Voorbeeld 1
Een waterkoker van 1200 W verwarmt in 2 minuten 400 ml water tot koken.
Hoeveel Joules aan warmte energie is er toegevoerd?
Formule = Q = E = P x t
t = 2 minuten = 120 seconden
Q = E = 1200 W x 120 s
Q = E = 144.000 J
Slide 18 - Slide
Een elektrische frituurpan (2400 W) doet er 7,5 minuut over om de frituurolie te verhitten tot 180 °C. Bereken hoeveel warmte de frituurpan in die tijd heeft geleverd (in kJ).
Slide 19 - Open question
Slide 20 - Slide
aan de slag
Maak opdracht 20 t/m 24 op bladzijde 35
Klaar? opdracht 26
rood = geluid 0 (iedereen is stil)
oranje = geluid 0-1 (docent beantwoord vragen)
groen = geluid 1 (Je mag zachtjes overleggen met buren)