Vis GHV/ZWG2

Vis
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Gastheer/vrouwMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Vis

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • De student kent verschillende vissoorten en weet hoe hij of zij deze kan herkennen
  • Uitleg visvangst en verwerking vis
  • De student kent het verschil tussen zoet en zoutwater vissen

Slide 2 - Slide

Algemene kenmerken
  • Een vis ademt d.m.v. kieuwen en heeft verder dezelfde   organen als wij
  •  Koudbloedig
  • Voortplanting d.m.v. hom en kuit

Slide 3 - Slide

welke groepen vissen ken je?

Slide 4 - Mind map

Verschillende groepen vis
  • platvissen
  • rondvissen
  • zoutwatervissen
  • zoetwatervissen
  • kraakbeenvissen
  • ongewervelden

Slide 5 - Slide

Rondvis
Platvis

Slide 6 - Slide

Zoutwatervis
Zoetwatervis

Slide 7 - Slide

Kraakbeenvissen
Ongewervelden

Slide 8 - Slide

wilde vis
kweekvis

Slide 9 - Slide

MSC
  • Het visbestand moet gezond zijn en mag niet overbevist worden.
  • De visserij heeft geen significante, negatieve effecten op het ecosysteem.
  • De visserij moet goed beheerd worden.

Slide 10 - Slide

ASC
  • gebruik vanantibiotica.
  • duurzaam visvoer.
  • waterkwaliteit.
  • leefruimte.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

De visafslag

Slide 13 - Slide

Voedingswaarde van vis
  • vis is gezond: veel eiwitten, geen koolhydraten
  • veel vitaminen en mineralen
  • licht verteerbaar, weinig bindweefsel
vet
magere vis 0.5 tot 3% vet
matig vette vis: 3 tot 16% vet
vette vis: > 16% vet

Slide 14 - Slide

Voedingswaarde van vis
Vette vis (haring):
*64 % water
*18 % eiwit
*0 % koolhydraten
*16 % vet
*0 % vezels
Magere vis (tong):
*82 % water
*15 % eiwit
*0 % koolhydraten
*2.1 % vet
*0 % vezels

Slide 15 - Slide

Wilde vis of kweekvis het verschil!!!

Wilde vis:
  • Minder vet dan kweekvis.
  • Andere spierontwikkeling ivm afstand zwemmen.
  • beste smaak beleving in het seizoen.
  • Vatbaar voor bevuiling zee.
  • Afhankelijk van de natuurlijke visstand.
  • risico overbevissing.
  • Prijs van de vis variabel. (vraag/aanbod)


Kweek vis:
  • Vetter dan wilde vis.
  • Groeien op in de zee als aan land.
  • Smaak constanter.
  • Controle over het zeewater (bassins).
  • Controle over de eitjes en voer (vismeel).
  • Niet afhankelijk van visstand.
  • Prijs stabieler.
  • Veel medicijn gebruik en antibiotica.

Slide 16 - Slide

Visserij
Overbevissing: te veel vis waardoor vissoorten kunnen uitsterven
Bijvangst: Onbedoeld vangen van vissen die je niet wilt
Visteelt: kweken van vis in bakken of kooien

Slide 17 - Slide

Visbereidingen
Koken                                                                         Stomen
Pocheren                                                                 Stoven/Smoren
Bakken                                                                      Vis aan de graat/op vel  Frituren van vis                                                      Papilotte
Zoutkorst                                                                  Roken
Sous vide                                                                  Konfijten

Slide 18 - Slide

Einde van de les
Je hebt het volgende geleerd:
  • welke soorten vis er zijn.
  • de vangstmethode van vis
  • beoordelen kwaliteit van vis

Slide 19 - Slide

Einde Vis
Maak je theorieopdaracht af met behulp van de svh site.
Informatie vindt je in het boek warenkennis 2, het magazine vis en de filmles.
lever hem in op teams onder de opdracht vis

Slide 20 - Slide