KIES 3 THEMA 2: Omgaan met elkaar

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 2

Kies 3 Thema 2

Omgaan met elkaar

Les 1: Identiteit

Persoonlijke identiteit = alle eigenschappen waaraan JIJ kan worden herkend                   1. Erfelijke eigenschappen

                                                      2. Opvoeding en leefomgeving

                                                      3. Referentiekader

Dynamisch/veranderlijk

Nature/nurture

Is ons gedrag vooral aangeboren of aangeleerd?

Seksuele geaardheid is aangeboren

Waar of niet waar?

Homoseksualiteit is een keuze

Waar of niet waar? 

niet waar 

hier zal discussie over ontstaan, ga dit gesprek vooral aan! 

Opgroeien met 2 vaders: grotere kans om homo te worden

Waar of niet waar?

Referentiekader =  de bril waardoor je naar de wereld kijkt

Referentiekader

Wat betekent referentiekader? Het geheel van alles wat je bezit aan waarden, normen, kennis en ervaringen

Ook wel: sociale bril/hoe je dingen ziet: referentiekader zorgt voor selectieve waarneming (bewust en onbewust)

Je referentiekader heeft invloed op je identiteit,

Selectieve waarneming

Wat zie je?

Relaties

Verbindingen              beïnvloeden  referentiekader

Verwachtingen binnen relaties en assertief zijn

Identiteit en aangeboren eigenschappen: seksuele geaardheid

Assertiviteit: balans tussen ik en de ander, is dit moeilijk?

Communicatie 

Communicatie is het overbrengen van informatie van de een naar de ander. 

Verbaal versus non-verbaal

Gevaren sociale media

- Drempelverlagend, want anoniem

- Cyberpesten

- Catfishing

- Sexting

- Alles blijft bewaard, voor altijd..........

Maar ook: snel en makkelijk kennis delen en groot bereik, je wereld wordt groter > verschil feit en mening

Je rol, groepsgedrag en groepsdruk

* Je rol in de groep bepaalt voor een groot deel je gedrag 

* Groepsgedrag: Het gedrag wat mensen in een groep vertonen

* Groepsdruk: Je wordt ergens tot gedwongen omdat de groep het doet > kan leiden tot rolconflict

Kun je voorbeelden van rolconflicten

noemen?

Fatsoensnormen zijn ongeschreven regels

wanneer je niet aan deze normen houdt niet strafbaar maar asociaal

Agressie

* Verbale agressie: uitschelden, schreeuwen of zeer fel in discussie gaan, discriminerende opmerkingen 

* Fysieke agressie: schoppen, duwen, slaan, spugen, vernielen of beroven. 

* Psychische agressie: bedreiging, chantage, vernedering, negeren, beschuldigen.

lab.nos.nl

Volgende les:

Ervaringen bespreken

Theorie Onder de duim deel 2