This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom
STILLEZEN
We starten met 10 minuten stillezen
Pak een boek van de kar
Zoek een plekje
en ga zitten
Doe je oortjes uit
en leg je mobiel uit
en ga lekker in stilte lezen
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Wie is de beste?
Slide 2 - Poll
Wat is jouw mening:vlees, groente en...?
Slide 3 - Poll
Nederlands: Schrijven 2.3 Betoog
Slide 4 - Slide
Schrijven
Schrijven 2.3 Betoog schrijven
0. terugblik op informatieve + instructieve tekst (2.1+2.2)
1. Uitleg + controle vragen
2. Opdracht maken
3. Afsluiten
Slide 5 - Slide
Doel: je kunt een betoog schrijven
Deeldoelen: Aan het eind van de les ...
...kun je uitleggen wat een betoog is.
... kun je jouw eigen mening geven m.b.t. een stelling.
...je weet het verschil tussen een standpunt en een argument
...weet je welke signaalwoorden je bij een betoog kunt gebruiken.
...weet je hoe je een schrijfplan kunt maken voor een langer betoog.
...kun je in een betoog jouw eigen mening geven, met argumenten en een conclusie.
Slide 6 - Slide
INSTRUCTIEVE TEKST of INFORMATIEVE TEKST
Instructieve tekst
Informatieve tekst
Slide 7 - Drag question
In een informatieve tekst...
A
...ben je objectief.
B
...geef je jouw eigen mening.
C
...ben je subjectief
D
...zijn de feiten minder belangrijk.
Slide 8 - Quiz
Wat is geen onderdeel van een instructieve tekst?
A
Een duidelijke titel
B
Een samenvatting als slot.
C
Stappen die beginnen in de gebiedende wijs.
D
Afbeeldingen
Slide 9 - Quiz
Je hebt bij lezen al kennisgemaakt met betogen wat weet je daar nog over te vertellen?
Betoog
Slide 10 - Mind map
We lezen nu eerst de uitleg op bladzijde 172. par. 2.3
Markeer of onderstreep eventueel belangrijke onderdelen.
Slide 11 - Slide
Een kleine samenvatting
In een betoog geef je jouw mening over iets;
Je maakt jouw standpunt duidelijk;
Het tekstdoel is overtuigen;
Daarom noemen we een betoog ook wel een overtuigende tekst;
Je wilt dat de lezer het met jouw standpunt eens is;
Jouw mening of standpunt onderbouw je met argumenten;
Hoe sterker jouw argumenten, hoe groter de kans dat je de lezer met jouw tekst overtuigt!
Slide 12 - Slide
mening
feit
standpunt
objectief
subjectief
kant bepalen
kun je over discussiëren
kun je controleren
Slide 13 - Drag question
Opbouw van een betoog tekst
Inleiding
Middenstuk
Slot
Standpunt noemen
Conclusie trekken
Onderwerp noemen
Argumenten noemen
(eventueel) tegenargumenten noemen
Slide 14 - Drag question
In een betoog...
A
...draait het alleen om de feiten.
B
...geef je jouw eigen mening.
Slide 15 - Quiz
Vraag vooraf: Welk tekstdoel hoort bij een betoog?
A
Overhalen
B
Informeren
C
Instrueren
D
Overtuigen
Slide 16 - Quiz
Sportclubs moeten stoppen met de verkoop van ongezonde snacks.
A
Eens
B
Oneens
Slide 17 - Quiz
Welke 2 argumenten heb je bedacht?
Slide 18 - Open question
Samenhang aanbrengen in de tekst
In een betoog gebruik je signaalwoorden;
Daarmee maak je verbanden tussen zinnen en alinea's duidelijk;
Zo ontstaat samenhang in een tekst.
Slide 19 - Slide
opsomming
toelichting of voorbeeld
reden of argument
conclusie
kortom
ten eerste
omdat
want
dus
bijvoorbeeld
vervolgens
zoals
Slide 20 - Drag question
Een schrijfplan maken
Maak altijd eerst een schrijfplan voordat je een betoog gaat schrijven'
Een betoog bestaat uit een inleiding, een middenstuk en een slot.
Inleiding:
Introductie onderwerp en je standpunt vermelden
Middenstuk:
Mening onderbouwen met argumenten. Argumenten ondersteunen met uitleg en voorbeelden
Slot:
Korte samenvatting en je mening in iets andere woorden herhalen.
Slide 21 - Slide
Schrijfplan van een betoog
Slide 22 - Slide
Voorbeeld van een ingevuld schrijfplan
Slide 23 - Slide
Argumentatieschema
Argumentatieschema
Slide 24 - Slide
Aan de slag (wwhhtuk)
Wat:paragraaf 2.3 : betoog, opdracht 1 pagina 173
Hoe: op je laptop
Hulp: de uitleg/klasgenoot/ mw. Sanichar
Tijd: 10 min.
Uitkomst: je hebt de opdracht af en ingeleverd.
Klaar: heb je alles af binnen de tijd en de opdracht van de vorige les nog niet dan kun je die als nog afmaken paragraaf 2.2 opdracht 1, paragraaf 2.1 opdracht 1,2,3