Taalkundig ontleden - ZWW en HWW

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Taalkundig ontleden - ZWW en HWW

Nieuwe theorie

Vandaag

Zelfstandig werkwoord

Hulpwerkwoord

ZWW - zelfstandig werkwoord

Drukt een handeling uit: het zijn doe-woorden.

Het heeft een duidelijke betekenis en kan zonder een ander ww het gezegde vormen.

praten, zwemmen, zwaaien, etc.

Staat er maar één ww in de zin? Dan is het automatisch een zww.

ZWW - zelfstandig werkwoord

Ik fiets elke dag naar school.

Zij zingt geweldig.

Ik eet morgen bij mijn oma.

Mijn leraar kijkt mijn toets na.

Als het werkwoord gesplitst is, zoals hierboven: onder beide delen noteer je 'zww'.

HWW - hulpwerkwoord

Staat er meer dan één ww in de zin? Dan is minstens een van de werkwoorden een hww.

Het hww heeft geen duidelijke betekenis:

moeten, kunnen, hebben, komen, willen, etc.

In zinnen met een hww is het zww vaak een voltooid deelwoord of een infinitief (=hele werkwoord).

HWW - hulpwerkwoord

Ik moet elke dag naar school fietsen.

moet = hww

fietsen = zww 

Onze leraar heeft flauwe grappen gemaakt.

heeft = hww 

gemaakt= zww 

Ik heb een nieuwe app gedownload.

heb = ?

1. zww
2. hww

Ik kom morgen bij je eten.

eten = ?

1. zww
2. hww

Morgen begint mijn eerste les om 11:00.

begint =?

1. zww
2. hww

Jouw generatie is opgegroeid met laptops.

is= ?

1. zww
2. hww

Sleep de werkwoorden uit de zin naar de goede plek.

Deze kroon zal deze woensdag gebruikt worden.

Persoonsvorm

Infinitief

Voltooid deelwoord

zal

gebruikt

worden

Sleep de werkwoorden uit de zin naar de goede plek.

De gebruikte pen wil maar niet blijven schrijven.

Persoonsvorm

Infinitief

Voltooid deelwoord

wil

blijven

schrijven

Huiswerk

Maken van H2.8:

opdracht 1, 8, 9, 10, 11

Klaar?

- Lezen in je leesboek

- Cambiumned.nl --> zelf oefenen