Linking words OH

Linking words
OH - English - week 2.4

Improve your writing!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Linking words
OH - English - week 2.4

Improve your writing!

Slide 1 - Slide

Linking words = verbindingswoorden

Slide 2 - Slide

Linking Words

Slide 3 - Slide

Een zin zonder verbindingswoorden is als een muur zonder voegen, het staat wel, maar het ziet er niet uit

Slide 4 - Slide

Let's practise

Slide 5 - Slide

Wat zijn linking words?
A
Voorzetsels
B
Voornaamwoorden
C
Verbindingswoorden
D
Lidwoorden

Slide 6 - Quiz

Which linking word belongs to which category?
voorbeeld
opsomming
oorzaak/gevolg
tegenstelling
because
however
first
such as

Slide 7 - Drag question

Which linking word belongs to which category?
effect/resultaat
tijd
gevolg/conclusie
tegenstelling
as a result
however
until
so

Slide 8 - Drag question

Welke van de volgende 'linking words' geeft een reden aan?
A
until
B
because
C
before
D
but

Slide 9 - Quiz

Welke van de volgende 'linking words' geeft een tegenargument aan?
A
so
B
because
C
and
D
but

Slide 10 - Quiz

Welke 'linking words' gebruik je om een voorbeeld te geven?
A
However
B
For example
C
Next
D
Such as

Slide 11 - Quiz

He should not be doing this job, ... he was not trained for it.
A
despite
B
however
C
since
D
such as

Slide 12 - Quiz

Which linking word means "echter"?
A
Therefore
B
Because
C
However
D
Moreover

Slide 13 - Quiz

Welke zin heeft GEEN linking word?
A
The job was boring so I resigned.
B
He did not stop working although it was midnight.
C
I'm hungry but the fridge in empty.
D
He must have been angry, the window was broken.

Slide 14 - Quiz

What to do?
Studiemeter --> Lesmateriaal --> Engels --> 
FACE (First Aid Course of English)
Kies uit B1 of B2:
- Verbindingswoorden B1: opdrachten 1 t/m 4 + onderwerptoets.
- Verbindingswoorden B2:
opdrachten 1 t/m 4 + onderwerptoets.


Slide 15 - Slide